Tele-psychiatrie is geen wondermiddel

Op het eerste gezicht is tele-psychiatrie fantastisch. Bijvoorbeeld bij de behandeling van pleinvrees (agorafobie). De patiënt moet zijn huis niet meer uit en hoeft dus geen pleinen over te steken. Maar is dat wel de oplossing? Een behandeling beoogt immers niet de angst te verminderen maar wel ze weg te nemen. Het probleem blijft als de patiënt zich opsluit. Een bericht in het vakblad ‘de Specialisten’.
“Tele-geneeskunde en e-health zijn actueler dan ooit. Maar we moeten bij deze evolutie wel kritische ethische vragen durven stellen. Worden hulpverlener en patiënt er beter van? e-health moet niet alleen evidence maar ook ethics based zijn.” Zegt professor Chris Gastmans (Centrum voor biomedische ethiek en recht, KU-Leuven) in het 14-daagse vakblad ‘de Specialisten’. Aanleiding is zijn recente publicatie over telepsychiatrie in ‘Medicine, Health Care and Philosophy’.

In de gezondheidszorg in het algemeen en zeker ook in de psychiatrie, aldus Gastmans, moeten we ons de fundamentele ethische vraag stellen of videoconferenties en tele-geneeskunde essentiële zorgelementen zoals het relationele en lichamelijke niet verloren doen gaan. Professor Gastmans: “Men mag niet te gemakkelijk efficiëntie als norm nemen. Economisch en qua kostenbesparing scoort e-health natuurlijk heel hoog. Maar we moeten vermijden dat enkel op basis van kostenefficiëntie onkritisch technologie wordt ingevoerd.”

Videoconferenties en tele-psychiatrie worden in het onderzoek omschreven als consultaties waarbij patiënt en psychiater zich op een afstand van elkaar bevinden en waarbij ze in real time bij elkaar worden gebracht. In België wordt deze nieuwe vorm van geneeskunde nog niet of toch niet op een gestructureerde of georganiseerde manier toegepast. Mogelijk zijn er wel beperkte initiatieven van individuele psychiaters, zegt Raf De Rycke, gedelegeerd bestuurder bij de Broeders van Liefde, de congregatie die het gros van de psychiatrische voorzieningen beheert, in het blad ‘de Specialisten’.

Chris Gastmans: “Het intuïtieve aanvoelen is dat kwalitatief goede zorg steunt op een traditionele arts-patiëntrelatie, face to face,” zegt hij. “Dergelijke relatie is in tele-psychiatrie van een totaal andere orde.” Voor de Leuvense ethicus zijn lichamelijkheid en de relatie tussen arts en patiënt essentieel in de zorg. “Maar als we dat aftoetsen dan stellen we vast dat de arts-patiëntrelatie onder druk staat en de lichamelijkheid, het contact, het aanwezig zijn binnen dezelfde ruimte, het visueel aanschouwen uiteraard veel minder meespeelt.”

Gastmans ging de ethische implicaties van videoconferenties in de psychiatrie na aan de hand van enkele klinische scenario’s. Dat leverde zeer diverse resultaten op. “Een eerste voorbeeld. De patiënt is in behandeling bij een psychiater. Hij emigreert naar de Verenigde Staten maar wil wel zijn arts behouden. Je zou denken dat tele-psychiatrie dan een fantastische oplossing is. Toch is kritiekloos positief zijn niet op zijn plaats. Zo werkt het niet. Mensen ontwikkelen zich voortdurend in hun lichamelijkheid en rationaliteit. Een face to face relatie is hierbij te verkiezen. Van op afstand kan de psychiater die ontwikkelingen niet zo goed gadeslaan.” Zoals al aangehaald in de inleiding is tele-psychiatrie bij de behandeling van pleinvrees evenmin een onverdeeld succes. En dat geldt ook bij de behandeling van alcoholisme. Gastmans: “Beter scoort het bij spoedopnames. Daarbij kan in principe geen psychiater ter plekke aanwezig zijn. En dan is tele-psychiatrie beter dan geen zorg.“

Een algemene evaluatie maakt duidelijk dat niet alles via teleconferentie kan verlopen. En wat helemaal niet kan, is dat het de klassieke psychiatrische raadpleging volledig zou vervangen. Het onderzoek levert een genuanceerd beeld op en met de implementatie van e-psychiatrie moet men dus heel voorzichtig omspringen. De norm en de basis blijft de klassieke zorgrelatie.

Toch kan tele-psychiatrie in vele gevallen heilzaam zijn, besluit het onderzoek. “Een voorlopige analyse,” nuanceert Gastmans in ‘de Specialisten’, “gebaseerd op de situatie in Canada en landen met veel landelijke en afgelegen gebieden. Daar is tele-psychiatrie het meest aangewezen en wordt het ook vaker toegepast. De nieuwe technologie betekent voor deze afgelegen psychiatrische patiënten een tijdsbesparing. Het maakt de gezondheidszorg ook toegankelijk. De gegevens zijn echter beperkt en soms tegenstrijdig. En we vergelijken meestal met ‘geen zorg’ en niet met de klassieke arts-patiëntrelatie.”
27 jan 2010 17u20
zie ook rubriek