In november 2007 besloot een studie van het federale Kenniscentrum voor de gezondheidszorg dat er in België te weinig patiënten zijn om de uitbouw van een hypergespecialiseerd hadroncentrum te rechtvaardigen. En nu ligt weer een haalbaarheidsstudie van een miljoen ter tafel. Een bericht in het 14-daagse medische vakblad ‘de Specialisten.’
De studie van het Kenniscentrum stelde vast dat circa 50 tot 100 Belgische patiënten per jaar in aanmerking komen voor hadrontherapie. Dit is een experimentele techniek waarbij niet-radioactieve protonen of koolstofionen worden geprojecteerd op een tumor. De bouw van een hadroncentrum in ons land zou 28 miljoen euro kosten en dat is teveel volgen het Kenniscentrum. De bestaande overeenkomst tussen het riziv en de acht Europese hadroncentra volstaat. Wel kost het aan het riziv jaarlijks 1,7 miljoen euro om patiënten die in aanmerking komen naar het buitenland te sturen.
‘Case closed’, zou men denken maar dat is buiten minister van sociale zaken en volksgezondheid Laurette onkelinx (PS) gerekend. De machtigste vrouw van België voorziet een hadroncentrum in haar nationaal kankerplan. En blijkens een recent parlementair antwoord op een interpellatie van N-VA-senator Louis Ide blijft ze “overtuigd van de meerwaarde op lange termijn van een hadrontherapiecentrum in ons land”, stelt ‘de Specialisten’.
En al op 22 juli 2008 kreeg het Verzekeringscomité de gelegenheid zich uit te spreken over “een overeenkomst voor het uitvoeren door de Universiteit Gent van een haalbaarheidsstudie voor de oprichting van een centrum voor hadrontherapie in België.” De prijs van deze studie doet duizelen: 981.098 euro. Een enorm bedrag. Zeker als weet dat het volledige budget voor onderzoek van het Kenniscentrum slechts zeven miljoen bedraagt. In de zitting van het Verzekeringscomité van 2008 kantten artsensyndicaten, ziekenhuisorganisaties, ziekenfondsen en apothekers zich tegen deze dure nieuwe studie. Dat zorgde voor uitstel maar niet voor afstel. Want 2,5 jaar geleden stelde het Verzekeringscomité ook voor om samen met het KCE en andere betrokkenen een werkgroep over de kwestie op te richten. En nu antwoordde minister onkelinx op de parlementaire vraag van dokter Ide dat de werkgroep in maart vergadert “om na te denken over de lancering van een haalbaarheidsstudie.” Naast leden van het Verzekeringscomité telt de werkgroep vertegenwoordigers van het Belgian Hadrontherapy Center Project –waarvan de zeven universiteiten deel uitmaken-, van het KCE en van de Stichting tegen kanker.
Wat is er nu veranderd vergeleken met het moment dat het KCE zijn hadronstudie uitbracht? Volgens regeringscommissaris Jean-Marc Close in het Verzekeringscomité van 22 juli 2008 bekeek het Kenniscentrum de hele kwestie enkel vanuit een Riziv-standpunt. Dat wil zeggen “zonder de andere mogelijke gebruiken te bekijken in het kader van het fundamenteel klinisch en medisch onderzoek voor hadrontherapie.”
Close wees er bovendien op dat het Riziv “een betere structurele financiering voor hadrontherapie in het buitenland uitwerkte”. En die kost geen 1,7 miljoen zoals in de KCE-studie maar wel 5,1 miljoen per jaar. De regeringscommissaris voegde er, aldus de Specialisten, nog aan toe dat een gespecialiseerd hadrononderzoekscentrum “niets te maken heeft, met de verplichte ziekteverzekering. Dus dient er elders geld te worden gezocht.”
En kijk, daarvoor komt nu minister van staat Herman De Croo op de proppen. Volgens het recente antwoord van Onkelinx “wegens zijn lange ervaring en goed gevuld nationaal en internationaal adressenboekje. Hij kan een zeer nuttige rol spelen als ‘go between’ om co-financiering te zoeken.”
‘Case closed’, zou men denken maar dat is buiten minister van sociale zaken en volksgezondheid Laurette onkelinx (PS) gerekend. De machtigste vrouw van België voorziet een hadroncentrum in haar nationaal kankerplan. En blijkens een recent parlementair antwoord op een interpellatie van N-VA-senator Louis Ide blijft ze “overtuigd van de meerwaarde op lange termijn van een hadrontherapiecentrum in ons land”, stelt ‘de Specialisten’.
En al op 22 juli 2008 kreeg het Verzekeringscomité de gelegenheid zich uit te spreken over “een overeenkomst voor het uitvoeren door de Universiteit Gent van een haalbaarheidsstudie voor de oprichting van een centrum voor hadrontherapie in België.” De prijs van deze studie doet duizelen: 981.098 euro. Een enorm bedrag. Zeker als weet dat het volledige budget voor onderzoek van het Kenniscentrum slechts zeven miljoen bedraagt. In de zitting van het Verzekeringscomité van 2008 kantten artsensyndicaten, ziekenhuisorganisaties, ziekenfondsen en apothekers zich tegen deze dure nieuwe studie. Dat zorgde voor uitstel maar niet voor afstel. Want 2,5 jaar geleden stelde het Verzekeringscomité ook voor om samen met het KCE en andere betrokkenen een werkgroep over de kwestie op te richten. En nu antwoordde minister onkelinx op de parlementaire vraag van dokter Ide dat de werkgroep in maart vergadert “om na te denken over de lancering van een haalbaarheidsstudie.” Naast leden van het Verzekeringscomité telt de werkgroep vertegenwoordigers van het Belgian Hadrontherapy Center Project –waarvan de zeven universiteiten deel uitmaken-, van het KCE en van de Stichting tegen kanker.
Wat is er nu veranderd vergeleken met het moment dat het KCE zijn hadronstudie uitbracht? Volgens regeringscommissaris Jean-Marc Close in het Verzekeringscomité van 22 juli 2008 bekeek het Kenniscentrum de hele kwestie enkel vanuit een Riziv-standpunt. Dat wil zeggen “zonder de andere mogelijke gebruiken te bekijken in het kader van het fundamenteel klinisch en medisch onderzoek voor hadrontherapie.”
Close wees er bovendien op dat het Riziv “een betere structurele financiering voor hadrontherapie in het buitenland uitwerkte”. En die kost geen 1,7 miljoen zoals in de KCE-studie maar wel 5,1 miljoen per jaar. De regeringscommissaris voegde er, aldus de Specialisten, nog aan toe dat een gespecialiseerd hadrononderzoekscentrum “niets te maken heeft, met de verplichte ziekteverzekering. Dus dient er elders geld te worden gezocht.”
En kijk, daarvoor komt nu minister van staat Herman De Croo op de proppen. Volgens het recente antwoord van Onkelinx “wegens zijn lange ervaring en goed gevuld nationaal en internationaal adressenboekje. Hij kan een zeer nuttige rol spelen als ‘go between’ om co-financiering te zoeken.”