Vleesetende bacterie blijft mysterie

In 2005 zijn 97 gevallen van infectie met de 'vleesetende' bacterie gemeld, vorig jaar 202. Dat is een verdubbeling. Ook dit jaar gaat het fors: tot eind maart zijn al 58 nieuwe gevallen geregistreerd.
Eén op de vijf patiënten overleeft zo'n infectie niet. De afgelopen jaren zijn er 80 mensen aan gestorven, onder wie de BV-kapper Glenn Gemeiner. 

De cijfers komen van de Antwerpse microbioloog Herman Goossens, die aan het hoofd staat van het UZA-laboratorium.
Dat geldt ook als referentielab voor infecties door de vleesetende bacterie. Goossens: 'We moeten voorzichtig zijn met de interpretatie ervan. Elke keer dat dit in de pers komt, krijgen we meer meldingen binnen. Vroeger is er misschien ondergerapporteerd. Daarom pleit ik voor een meldingsplicht.'

Waar komt die bacterie nu ineens vandaan?
Goossens: 'Ze is er altijd geweest. Ze bevindt zich op onze huid, en vooral in de keel. Daarom noemen we haar ook de keelstreptokok. Bij jonge kinderen maakt ze deel uit van de normale mond- en keelflora. Ze kan banale aandoeningen veroorzaken, zoals keelpijn, die zelfs niet met antibiotica behandeld hoeft te worden. Bij de meeste mensen wordt ze absoluut niet agressief.'
'Ze kan ook ontaarden, en zeer ernstige wondinfecties veroorzaken. Dat blijft gelukkig zeldzaam.'

Hoe komt dat dan?
'Dat weten we niet. Vroeger gebeurde het ook: in de 19de eeuw stierven veel vrouwen aan kraambedkoorts. Ook dat was een infectie veroorzaakt door deze streptokok. In 1993 ben ik dit beginnen te onderzoeken, omdat we toen in Antwerpen plotseling weer enkele gevallen van kraambedkoorts zagen. Die opstoot is weer weggezakt.'
'Er zijn blijkbaar bepaalde agressieve varianten van deze bacterie, die tijdelijk de ronde doen. En sommige mensen zijn er ook gevoeliger voor: ze hebben een genetisch verhoogd risico.'

Maar hoe krijgen ze zo'n 'vleesetende' infectie? Hoe begint dat?
'Het klassieke voorbeeld is via een huidwonde. Vergeet niet dat de huid ons beschermt tegen indringers: het is een belangrijke barrière tegen ziekten.'
'Mogelijk is de patiënt zelf drager van deze bacterie in de keel, en brengt hij ze via hoesten of via de handen over op de wonde. Of een familielid is drager, dat kan ook. Soms had de patiënt geen enkele wonde, en begint er toch ergens weefsel af te sterven. Daar hebben we nog geen verklaring voor.'

Hoe weet je dat je dit hebt? Op welke signalen moet je letten?
'Een constante in wat patiënten vertellen is dat het verschrikkelijk veel pijn doet. Als artsen voor die pijn geen verklaring vinden, kunnen ze maar beter meteen alarm slaan. De pijn is afkomstig van het infectueuze proces in het dieper liggende weefsel. Na enkele uren kleurt de huid blauw: dat betekent dat het onderliggende weefsel afsterft.'

En er is niets tegen te doen?
'We hebben de jongste jaren geleerd dat we onmiddellijk moeten ingrijpen en het geïnfecteerde weefsel moeten wegsnijden. Omdat de infectie een proces in het lichaamsweefsel op gang brengt dat heel moeilijk te stoppen is. We dienen ook antibiotica toe, maar die is in de eerste uren niet levensreddend.'
'Als je zo'n infectie in een been of arm krijgt, heb je de beste overlevingskansen: een lidmaat kunnen we amputeren. Het wordt veel moeilijker als je zo'n infectie ter hoogte van je romp krijgt.

'Kunnen we er preventief iets tegen doen?
'In de ziekenhuizen is hygiëne een belangrijke vorm van preventie: de bacterie kan het lichaam binnendringen via de operatiewonde. Handen wassen is zeer belangrijk. En maskers tijdens de operatie, natuurlijk.'
'Maar we kunnen de hele bevolking niet vragen om met maskers rond te lopen. Of alle jonge kinderen, want tien tot twintig procent van hen is drager. Persoonlijke hygiëne blijft belangrijk. En ook een goede wondverzorging: elk wondje goed reinigen met een alcoholische oplossing.'

© 2010 Corelio

13 apr 2010 12u12
Bron: MagUZA.be
meer over
zie ook rubriek