Verloren gen betrokken in ontstaan leukemie

Onderzoekers van VIB (Vlaams Instituut voor Biotechnologie) en K.U.Leuven hebben een nieuwe factor ontdekt in het ontstaan van lymfatische leukemie, een ziekte die vooral kinderen treft. In de cellen van de patiënten blijkt het specifieke gen PTPN2 niet langer te functioneren. Dat leidt ertoe dat de kankercellen langer kunnen overleven en nog sneller gaan groeien. Voor hun onderzoek werkten de Vlaamse onderzoekers samen met wetenschappers van het Hôpital Saint-Louis in Parijs. De resultaten verschijnen in het vakblad Nature Genetics. Het onderzoek naar de oorzaken van de ziekte is van belang voor de ontwikkeling van gerichte therapieën die te verkiezen zijn boven chemotherapie.
Wat is leukemie of beenmergkanker?
Bij patiënten met leukemie is de vorming van witte bloedcellen verstoord. De cellen in het beenmerg die zouden moeten uitgroeien tot witte bloedcellen, nemen ongecontroleerd in aantal toe, echter zonder volledig te volgroeien. Dat maakt leukemiepatiënten bijzonder gevoelig voor infecties, omdat correct werkende witte bloedcellen zorgen voor de bestrijding van indringers zoals virussen en bacteriën. De ziekte treft jaarlijks zo’n 700 Belgen.

T-ALL ontstaat door samenspel van verschillende actoren
De ziekte komt voor onder verschillende vormen. Eén daarvan is T-cel acute lymfatische leukemie (T-ALL). Bij de patiënten ontstaat er op heel korte tijd een ophoping van onvolgroeide T-cellen, een bepaald type witte bloedcellen. T-ALL ontstaat wanneer er fouten voorkomen in verschillende genen tegelijkertijd. Het is dus niet alleen belangrijk om de genen te identificeren die aan de basis liggen van T-ALL, maar ook om te ontrafelen welke combinaties aanleiding geven tot de ziekte. Dit is een cruciale voorwaarde in de ontwikkeling van specifieke combinatietherapieën die veel efficiënter zijn dan therapieën die zich slechts tegen één doelwit richten.

Een nieuwe speler
Maria Kleppe en Jan Cools van het VIB verbonden aan de K.U.Leuven, identificeerden samen met Peter Vandenberghe van het Centrum voor Menselijke erfelijkheid in Leuven en Jean Soulier van het Hôpital Saint-Louis van Parijs, het gen PTPN2 als een nieuwe belangrijke speler. Ze onderzochten het dna van 200 patiënten. Bij 13 daarvan merkten ze op dat het PTPN2-gen verloren was in de leukemiecellen. Dit gen fungeert als een rem is op de groei van de cel. Het verlies ervan gaat gepaard met een sterkere proliferatie en verhoogde overlevingskansen van de leukemiecellen.

Kinasen en fosfatasen in het ontstaan van kanker
Naast de specifieke inzichten voor T-ALL verschaft deze studie ook nieuwe inzichten in het ontstaan van kanker in het algemeen. Fouten in kinasen en fosfatasen (enzymen die bepaalde functies in de cel kunnen aan- en uitschakelen) zijn al langer gekend als mogelijke oorzaken van kanker. Deze studie toont nu aan dat deze fouten ook samen kunnen voorkomen en zo elkaars kankerverwekkende effecten kunnen versterken. De studie biedt ook nieuwe inzichten in de resistentie die kan optreden bij zogenaamde kinase-remmers geneesmiddelen die worden ingezet tegen kanker.

Iedereen met vragen over het onderzoek kan terecht op: patienteninfo@vib.be

Wetenschappelijke publicatie
Kleppe et al., Deletion of the protein tyrosine phosphatase gene PTPN2 in T-cell acute lymphoblastic leukemia, Nature Genetics, 2010. (DOI: 10.1038/ng.587)
17 mei 2010 12u01