Jouw lichaam doorgelicht

'In ons land is het nog steeds zo dat niet de radioloog, maar wel de
behandelende arts bepaalt welk radiologisch onderzoek een patiënt moet ondergaan,' zegt professor dr. Paul M. Parizel, diensthoofd radiologie van het UZ Antwerpen. Grossomodo kunnen we ze opdelen in drie categorieën: onderzoeken die werken met röntgenstralen, met geluidsgolven of met magneetvelden.


1. RÖNTGENFOTO: VOOR JE LONGEN EN SKELET

'Het maken van klassieke röntgenopnames - een foto nemen - is nog steeds één van de kernactiviteiten van onze afdeling,' zegt professor Parizel. 'Het is de oudste techniek binnen de radiologie. Maar liefst 115 jaar geleden werd ze voor het eerst toegepast. Voor het eerst slaagde men er toen in om de botstructuren onder de huid zichtbaar te maken.' Uiteraard stond deze techniek niet stil en onderging ze in de loop der tijd heel wat veranderingen.
Röntgenstralen worden ook wel eens x-stralen genoemd. De ontdekker van deze techniek wist aanvankelijk niet om welke stralen het ging en noemde ze dan maar 'x-stralen', een verwijzing naar de onbekende 'x' die we kennen van de wiskunde. 'Binnen het Universitair Ziekenhuis Antwerpen voeren we op de afdeling radiologie jaarlijks zo'n 150.000 verrichtingen uit. De overgrote meerderheid hiervan zijn nog steeds röntgenopnamen van de longen of de skeletstructuren,' aldus Professor Parizel. 'Bij een vermoeden van een longontsteking of een ander longletsel zal men meestal eerst een röntgenopname maken. Iedereen die ooit te maken kreeg met een breuk of ernstige verstuiking weet dat men dan foto's neemt.'
 
Vroeger werden röntgenopnames ook gebruikt om het maag-darmstelsel te bekijken. Patiënten moesten dan een contrastvloeistof drinken of kregen die toegediend via de aars.  Die onderzoeken werden gaandeweg vervangen door endoscopische technieken waar men met een buisje in de maag of de dikke darm gaat kijken. Parizel: 'Het kan zelfs nog eenvoudiger: de patiënt kan tegenwoordig een pilletje met ingebouwde camera inslikken. Via een draadloos videokanaal kan zo het darmparcours bekeken worden. Dit is nog een erg nieuwe techniek, met welbepaalde indicaties.'



CT-SCAN: VOOR JE HART EN BUIK

Een directe afstammeling van röntgenstralen is de CT-scan, ook wel CAT-scan of in de volksmond simpelweg 'scanner' genoemd. Tijdens een CT-onderzoek ligt de patiënt op een bewegende tafel terwijl een röntgenbuis rond hem draait. Een detector meet de doorgelaten straling, wat zo het uiteindelijke beeld oplevert. Een CT-scan heeft een beter contrastoplossend vermogen dan een klassieke röntgenopname. Professor Parizel verduidelijkt: 'Op een klassieke foto merk je duidelijk het onderscheid tussen bot, weefsel en lucht. Maar de verschillen in dat weefsel kan je veel moeilijker zien. Op een klassieke röntgenopname van de buik is het bijvoorbeeld niet mogelijk om eventuele letsels in lever, pancreas, nieren of andere organen te zien. Daarvoor is het contrastoplossend vermogen ervan onvoldoende en is een CT-scan meer aangewezen.' De CTscan, voluit 'computertomografiescan', werd begin jaren '70 ontwikkeld. Sindsdien doorliep hij een echte blitscarrière. 'Tot voor enkele jaren maakten we met een CT-scan snedeopnamen van het lichaam, die een beeld opleverden van dunne plakjes, alsof er dwars doorheen het lichaam werd gesneden. Tegenwoordig is het, dankzij nieuwe technieken, ook mogelijk om een driedimensionaal 'volumetrisch' beeld te reconstrueren dat in alle mogelijke ruimtelijke richtingen kan worden bekeken,' licht professor Parizel toe.
De CT-scan wordt gebruikt voor onderzoeken van het hele menselijk lichaam, gaande van het hoofd en de thorax (hart en longen) tot de buikholte, het kleine bekken, de spieren en gewrichten. 'Voor onderzoeken van de buik, longen en hart is een CT-onderzoek dé koninginnentechniek,' zegt professor Parizel. 'Van de 20.000 CT-onderzoeken die we jaarlijks uitvoeren, belicht meer dan de helft de buikholte of de thorax. Een ander belangrijk toepassingsgebied van de CT-scan is bij traumatologie. We zien geregeld patiënten die na een verkeersongeval binnenkomen met een hoofdletsel. In zo'n situatie zal de CT-scan de eerste onderzoekstechniek zijn. Ook bij fracturen van de wervelkolomwordt meer en meer gekozen voor een CT-onderzoek en minder voor klassieke röntgenopnamen.
Voor de fijne diagnostiek van de longen, bijvoorbeeld bij mensen met een beroepsziekte, chronische longaandoeningen of specifiek longlijden, is een CT- onderzoek dé aangewezen techniek. Het levert een duidelijk beeld op van wat de mate van beschadiging is.'
Bij een CT-onderzoek krijgt de patiënt vaak een kleurstof toegediend. Vroeger werd de patiënt dan gevraagd om nuchter te blijven  omdat de kleurstof een gevoel van misselijkheid met braakneigingen kan veroorzaken. 'Ondertussen is die kleurstof heel wat patiëntvriendelijker waardoor die braakreflex veel minder voorkomt. We vragen onze patiënten nog steeds om geen zware maaltij den te nuttigen, maar iemand die om elf uur een afspraak heeft voor een CT-scan mag die dag gerust een licht ontbijt nemen,' verduidelijkt professor Parizel. 'Voor bepaalde onderzoeken moet de patiënt wel nuchter zijn. Denk bijvoorbeeld aan een maagonderzoek waarvoor men uiteraard liefst heeft dat de maag leeg is. Dat wordt door de arts dan ook op voorhand aan de patiënt gevraagd.'


ANGIOGRAFIE: VOOR JE BLOEDVATEN

Ook de angiografie, een onderzoekstechniek die de bloedvaten in kaart brengt, maakt gebruikt van röntgenstralen. Een fijne katheter wordt in de bloedbaan gebracht, meestal door een prik in de liesstreek. Via dit dunne slangetje spuit de arts vervolgens een speciale contrastvloeistof in, waarna men sequentiële opnames maakt, telkens tijdens een andere fase van de bloedcirculatie. Door die beelden te analyseren, worden eventuele problemen in de bloedvaten opgespoord. 'Tot voor enkele jaren was dit vooral een diagnostische techniek,' zegt Professor Parizel, 'maar meer en meer wordt ze gebruikt voor de behandeling van bloedvatproblemen. We onderscheiden daarbij twee grote toepassingsgebieden. Een vernauwing in een bloedvat kan men verwijden door het inbrengen van een stent, een soort van expandeerbaar metalen netje. Die stent zorgt ervoor dat het bloedvat weer opent. Een andere belangrijke toepassing is het weer dichtmaken van abnormale bloedvatuitstulpingen of abnormale bloedvatkluwens.


MAMMOGRAFIE: VOOR JE BORSTEN

Wellicht één van de bekendste radiologische onderzoeken is de mammografie. Deze techniek maakt röntgenopnamen van het borstweefsel. Om dit weefsel zo goed mogelijk in beeld te brengen, wordt de borst samengedrukt. Hierdoor kan de stralingsdosis zo laag mogelijk worden gehouden. Bij een vermoeden van een borstgezwel of ter opvolging van een borsttumor is een mammografie aangewezen. Ook mannen kunnen een mammografie ondergaan. In België wordt mammografie vaak gebruikt als screeningonderzoek voor het vroegtijdig opsporen van borstkanker. 'Tussen de leeftijd van 50 en 69 jaar worden vrouwen om de twee jaar
opgeroepen om hun borsten preventief te laten onderzoeken,' weet professor Parizel.

'Zo hopen we een eventuele borsttumor tijdig op te sporen. Borstkanker is nog steeds een van de belangrijkste killers in de wereld van de oncologie. Als er op de mammografie iets verdachts is te zien, zal men gewoonlijk ook een echografisch onderzoek doen om meer duidelijkheid te scheppen.'


2.Ultrageluidsgolven
ECHOGRAFIE: VOOR JE SPIEREN EN JE BABY

De echografie, als methode ongeveer even oud als de CT-scan, werkt niet met röntgenstralen maar berust op een heel andere techniek. 'Zoals je uit de naam kan afleiden, maakt deze methode gebruik van geluid. Meer bepaald van geluidsgolven met een zeer hoge frequentie: ultratonen,' licht professor Parizel toe. 'Deze ultratonen zijn niet waarneembaar voor het menselijke oor. Het echografietoestel zendt ultrageluidsgolven naar de te onderzoeken weefsels. Een speciale gel zorgt ervoor dat er zich tussen de kop van het toestel en de huid geen lucht  bevindt. De ingestraalde ultrageluidsgolven brengen een mechanische trilling van het weefsel teweeg. De teruggekaatste geluidsgolven, de 'echo', worden door het toestel geregistreerd. Door de ingestraalde geluidsgolven te vergelijken met de teruggekaatste geluidsgolven, bekomt men het echografisch beeld.' Een echografie wordt onder meer toegepast tijdens de zwangerschap. In ons land wordt daar erg veel gebruik van gemaakt.

Het is een nuttig onderzoek dat wordt gebruikt om de groei van de baby op te volgen en eventuele afwijkingen op te sporen. Ook brengt het de hoeveelheid vruchtwater en de positie van de placenta in kaart. 'Gynaecologen bieden steeds vaker echografie aan die een driedimensionaal of zelfs een vierdimensionaal beeld oplevert. Op die beelden zie je de gelaatstrekken en bewegingen van de baby in de baarmoeder. Medisch gezien brengt dat weinig zoden aan de dijk, maar voor ouders is dat natuurlijk leuk.' Verder is een echografie nuttig voor onderzoeken van de buikorganen zoals de lever, milt en pancreas. 'Op onze afdeling gebeurt een echografie ook zeer vaak om naar het bewegingsapparaat te kijken, meer bepaald naar spieren en pezen. Een niet onbelangrijk deel van bewegingsklachten wordt eigenlijk veroorzaakt door spier- en peesletsels.
Die kan men door middel van echografie veel beter in kaart brengen dan met een klassieke röntgenfoto. Ook het kraakbeen en de ligamenten kunnen beoordeeld worden op een echografie. Zelfs fijne scheurtjes kan men opsporen. Verder wordt echografie dagelijks gebruikt op de afdeling intensieve neonatologie, waarbij de hersenen van de baby via een sonde op de fontanel nauwgezet worden beoordeeld. En, niet te vergeten, maken we ook gebruik van echografie om vernauwingen in de bloedvaten op te sporen.'


3. Magneetvelden
MRI: VOOR JE HERSENEN EN GEWRICHTEN

Een derde belangrijke techniek is de magnetische resonantie beeldvorming, kortweg MRI (magnetic resonance imaging). Deze methode maakt gebruik van een krachtig magneetveld en radiofrequentiegolven. Tijdens een MRI-onderzoek wordt de patiënt in een lange tunnel geschoven. Een ingewikkeld samenspel tussen het aanwezige magneetveld en de radiofrequentiegolven wekt resonantiesignalen op. Dit proces levert uiteindelijk beelden van het menselijk lichaam. De techniek werd ontwikkeld in de jaren '80. Als allereerste universitair ziekenhuis in Vlaanderen beschikte het UZA reeds in 1986 over een MRI toestel. Het eerste toepassingsveld van een MRI-onderzoek is het in kaart brengen van het centrale zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg). 'Wat de sterrenkijker is voor de astronoom, is de MRI voor de neuroradioloog,' zegt Prof Parizel. 'Bij een MRI-onderzoek kan je veel sneller zelfs kleine veranderingen in het hersenweefsel opsporen dan bij een CT-onderzoek.
 Een klassiek voorbeeldhiervan is multiple sclerose, een degeneratieve ziekte die vooral jonge mensen treft.
Ook voor een vroegtijdige diagnose van een herseninfarct is een MRI gevoeliger dan een CTscan. Het gebeurt niet zelden dat een CTonderzoek een normaal hersenbeeld oplevert terwijl op de MRIscan de afwijkingen duidelijk zichtbaar zijn.' Andere belangrijke toepassingen zijn onderzoeken van de wervelkolom en gewrichten. 'MRI is op dit moment dé techniek voor bijvoorbeeld knieonderzoek. Het kniegewricht is het meest onderzochte gewricht omdat de bevolking daar het vaakst last van heeft. Maar ook voor andere gewrichten (heup, enkel, schouder, pols, enzovoort) is een MRI zeer geschikt. Een MRIscan maakt het mogelijk om kleine afwijkingen of erosies in het kraakbeen veel sneller op te sporen. Een belangrijk voordeel vanMRI is dat er, in tegenstelling tot bij röntgenonderzoeken, geen schadelijke straling aan te pas komt. 'Voor zover we weten zijn er geen nadelige effecten verbonden aan een MRI-scan, maar er zijn wel enkele risicogroepen. Deze techniek werkt met een heel krachtig magneetveld. Mensen met elektronische implantaten moet men ervan weghouden. Patiënten met bijvoorbeeld een pacemaker, een neurostimulator of een oorimplantaat, komen niet in aanmerking voor een MRI-onderzoek. Uit voorzorg vragen we al onze patiënten om een vragenlijst in te vullen. Bij
twijfel maken we eerst een klassieke röntgenopname om na te gaan of er al dan niet metaal in het lichaam aanwezig is. Pas dan starten we met het MRI-onderzoek. Hebben we te maken met een risicopatiënt, dan zullen we het MRIonderzoek annuleren,' zegt Prof. Parizel. De veiligheid van de patiënt staat tijdens een radiologisch onderzoek steeds voorop.


Door Lynn Gauillaume, uit Goed Gevoel,  mei 2010

02 jun 2010 11u03
Bron: MagUZA.be
meer over
zie ook rubriek