Hoewel in België relatief weinig mensen donatie weigeren, blijven de wachtlijsten voor organen aangroeien. Dat heeft te maken met de medische vooruitgang en de vergrijzing.
Op 30 juni 2010 wachtten in België 862 mensen op een nier. Op hetzelfde tijdstip een jaar voordien waren dat er nog maar 744. Voor hart, longen en pancreas heeft zich het voorbije jaar een vergelijkbare stijging voorgedaan. Enkel het aantal mensen dat op een lever wacht, is het voorbije jaar zo goed als gelijk gebleven: van 173 naar 171 patiënten.
'In vergelijking met tien jaar geleden zijn de wachtlijsten sterk aangegroeid', zegt Walter Van Donink, transplantatiecoördinator van het UZ Antwerpen. Daar zijn verschillende oorzaken voor. Om te beginnen daalt het aantal donoren. 'Dat heeft in de eerste plaats te maken met de terugval van jonge verkeersslachtoffers en de medische vooruitgang', zegt Van Donink. 'Er gebeuren minder ongevallen en de kans dat iemand die op de intensieve zorg wordt binnengebracht er doorgehaald wordt, is groter dan vroeger.' Daardoor zijn de donoren vaker oudere mensen die na een lange ziekte sterven. 'Bij hen is de kans kleiner dat er meerdere organen bruikbaar zijn. Door de beademing hebben ze bijvoorbeeld een infectie in de longen opgelopen.'
Tegelijkertijd worden ook meer mensen toegelaten op de wachtlijsten. 'Vroeger was een transplantatie voor iemand met diabetes een te groot risico. Ondertussen is de geneeskunde vooruit gegaan en komen ook zij in aanmerking', zegt Van Donink. 'Een ander voorbeeld is het kunsthart. Dat kunnen we inplanten bij iemand die op een harttransplantatie wacht om de patiënt een tijdje in leven te houden. Op die manier komt die patiënt nu wel nog in aanmerking voor een transplantatie, terwijl dat vroeger voor die patiënt onmogelijk zou zijn geweest.'
In België komt iedereen na zijn dood in aanmerking voor orgaandonatie. Enkel als iemand tijdens zijn leven verzet heeft aangetekend, kan het niet. De naaste familie kan na het overlijden nog weigeren organen weg te nemen. Die situatie is uitzonderlijk in Europa.
'Het weigeringspercentage ligt in België tussen 12 en 15 procent', zegt Van Donink. 'Dat is heel laag in vergelijking met de ons omringende landen, waar de percentages rond 40 procent liggen.' Toch kan er volgens Van Donink nog meer gesensibiliseerd worden. 'Vooral bij allochtonen is er nog werk aan de winkel.'
Bron: De Standaard, 14 juli 2010.