Wereldwijd neemt het aantal mensen met diabetes explosief toe. Dat is gebleken tijdens het Amerikaanse Diabetes Congres. Ook ons land ontsnapt niet aan die stille maar dodelijke epidemie. "De behandelingen verbeteren, maar de preventie hinkt achterop. De geneeskunde wint de strijd om de bloedsuiker te controleren, maar dreigt intussen wel de oorlog tegen diabetes te verliezen", analyseert diabetesexpert professor Luc Van Gaal (UZA).
Britse onderzoekers voorspellen dat het aantal Europese kinderen onder 5 jaar met diabetes type 1 tegen 2020 zal verdubbelen tot zo'n 160.000. Ook in ons land stellen specialisten al een tijdje een toename, maar vooral een verjonging van de ziekte vast. Professor Chantal Mathieu (UZ Leuven): "Het valt ons vooral op dat diabetes steeds vroeger toeslaat. Zelfs al bij peuters van 2 jaar. Dat maakt dat ook de behandelingen moeten worden aangepast. Want bij een tweejarige continu het bloed controleren en regelmatig insuline inspuiten is helemaal niet evident. Bij hen worden daarom steeds sneller insulinepompen gebruikt.
Wat zijn de oorzaken?
"Exact weten we het niet, maar verschillende pistes worden onderzocht. Diabetes heeft te maken met erfelijke factoren. Door de betere behandelingen leven diabetici langer en krijgen meer patiënten ook zelf een nageslacht. Maar deze toename gaat te snel om alleen met genetica te verklaren. Andere experts wijten de stijging aan virussen zoals de maag-darm-virussen. Heel vaak zien we dat patiëntjes waarbij we diabetes vaststellen, kort voordien een diarree-infectie hadden opgelopen. Mogelijk lokt zo'n virus die reactie van het lichaam uit. Ook onze hygiënische levensstijl kan een rol spelen. Die zorgt ervoor dat ons immuunsysteem ontregeld raakt, waardoor er ook meer gevallen van allergie, reuma en andere auto-immuunziekten voorkomen. Ten slotte kan ook het dieet een rol spelen. Uit studies bij muizen blijkt dat een tekort aan vitamine D tijdens de zwangerschap het risico op diabetes verhoogt. Vitamine D, wat we onder meer krijgen door blootstelling aan zonlicht, is cruciaal voor de vorming van het immuunsysteem van een foetus. Heeft de moeder daaraan een tekort tijdens die cruciale periode in de zwangerschap, dan zou dit later kunnen zorgen voor een minder goed functionerend afweersysteem. Nog opvallend zijn de seizoenspieken. Het aantal nieuwe diagnoses van type 1 piekt telkens in de herfst, wanneer er veel maagdarminfecties zijn, en in de lente, na een donkere winter met weinig vitamine D." Naar schatting 7 à 8 % van de Belgen leeft vandaag al met de diagnose van diabetes en nog eens 6 % heeft prediabetes, het voorstadium van de aandoening. Volgens de ramingen van de Internationale Diabetes Federatie loopt dit tegen 2030 zelfs op tot 10 % van de landgenoten.
Wat ligt aan de basis van die trend ?
Professor Luc Van Gaal, diensthoofd obesitas- en diabetescentrum UZA: We moeten eerst duidelijk het onderscheid maken tussen diabetes type 1 en type 2. Het eerste is een stofwisselingsziekte die meestal vanaf jonge leeftijd optreedt. De tweede variant, die goed is voor 90% van alle diabetesdiagnoses, werd vroeger ouderdomsdiabetes genoemd. Omdat het toen vooral een seniorenziekte was. Vandaag treft die chronische aandoening stilaan mensen van alle leeftijden. Naar de oorzaak moeten we niet ver zoeken. Het is onze ongezonde levensstijl met foute voeding en gebrek aan beweging die maakt dat de kilo's eraan vliegen. Zo'n gewichtstoename kan ertoe leiden dat ons lichaam insulineresistent wordt. Dat betekent dat het lichaam faalt om de insuline goed te gebruiken. Insuline is een hormoon dat instaat voor de energievoorziening van onze spieren en cellen. Die zorgt ervoor dat de glucose (of suiker) uit het bloed als energiebron kan worden gebruikt door de spieren. Kan het lichaam die omzetting niet meer maken, dan stijgt het glucose (of bloedsuikergehalte) in het bloed en ontstaat diabetes. Eens de ziekte ontwikkeld is, blijft ze meestal levenslang bij je en loop je het risico op tal van complicaties.
Voorkomen is dus de boodschap. Doen we daar genoeg moeite voor ?
Alle inspanningen ten spijt faalt ook bij ons preventie, zeker bij jonge adolescenten. Door hun hormoonwisselingen rond en na de puberteit is dat een heel gevoelige groep voor foute eetgewoonten en gewichtstoename. Enkele jaren geleden heeft de overheid geprobeerd om in te grijpen door scholen aan te sporen frisdranken uit de automaten te weren. Knap initiatief maar wat gebeurde er? De softdrinks werden op sommige plaatsen vervangen door fruitsappen of gezoete melkdrankjes. Dat gaf jongeren het valse idee dat ze toch iets gezonds dronken terwijl die meestal even calorierijk waren. Heel wat eetwaren zijn vandaag zoet gemaakt, waardoor we te veel suikers binnenkrijgen zonder dat we het beseffen. Dat is een probleem dat maatschappelijk moet worden aangepakt. Niks zo lastig als rebelse pubers bewegen tot gezonder eten. Hoe kan dat lukken ? Thuis blijkt het voor werkende ouders in de dagelijkse praktijk niet altijd even gemakkelijk om steeds voor een gezond menu te zorgen. Ook de scholen zouden hier een rol bij kunnen spelen. Door de jongeren in groep te begeleiden richting een evenwichtiger eetpatroon. In de VS hebben ze daar al enkele proefprojecten rond opgezet in scholen waar meer dan de helft van de jongeren overgewicht had. In dat proefproject, dat werd voorgesteld op het Amerikaanse Diabetes congres, bleek die aanpak vruchten af te werpen. In de VS weegt al een op de drie kinderen te veel. Bij ons loopt het nog niet zo'n vaart, maar de voorbije jaren werden ook wij voor het eerst geconfronteerd met kinderen die al diabetes type 2 hadden. Puur door levensstijl. De huidige gewichtscurves van onze jeugd zitten op hetzelfde niveau als die van de Amerikaanse kinderen twintig jaar geleden.
Wat kan je zelf doen om je risico te beperken ?
Beweeg meer, hou je gewicht onder controle, liefst een BMI onder 28. Ook koffie speelt een rol. Matig je kopje troost tot maximum 2 à 3 per dag en vermijd zo veel mogelijk fructose. Dat is een type suiker die je onder meer aantreft in bepaalde softdrinks. Uit recent onderzoek blijkt dat die door ons lichaam veel slechter wordt verbrand dan andere suikers zoals glucose. Fructose leidt tot snellere gewichtstoename, maar ook tot meer buikvet. Dat laatste verhoogt het risico op diabetes, maar ook op hart- en vaataandoeningen.
In de VS is het aantal vrouwen met zwangerschapsdiabetes verdubbeld in tien jaar tijd. Ook in ons land neemt dat fenomeen toe. Welke gevolgen kan dat hebben?
De vrouwen zelf hebben een verhoogde kans om 20 jaar later definitief diabeet te worden. Ook zwangerschapsdiabetes is vaak een gevolg van overgewicht, wat bij jonge vrouwen best wordt aangepakt voor ze hun kinderwens in vervulling laten gaan. Baby's van moeders met zwangerschapsdiabetes hebben dikwijls een hoger geboortegewicht, tussen 4 en 4,5 kilo. Dat verhoogt hun risico op diabetes op latere leeftijd. De Vlaamse diabetesvereniging screent nu met steun van de Vlaamse overheid systematisch zwangere vrouwen op dit type diabetes om die evolutie beter in kaart te brengen. Diabetesonderzoek is een van dé medische domeinen die in een stroomversnelling zitten.
Er is het veelbelovende onderzoek naar de kunstmatige pancreas en het gebruik van lichaamseigen hormonen om insuline-aanmaak te stimuleren. Zijn alle diabetici binnenkort onder controle?
Zover zijn we nog lang niet, maar de nieuwe behandelingen kunnen wel voor een betere levenskwaliteit zorgen en laten toe om steeds meer patiënten bij wie de klassieke middelen niet aanslaan, te helpen. Een van de belangrijkste nieuwkomers is een hormonentherapie, met zogeheten de incretines. Die worden bij de patiënt onderhuids ingespoten zoals insuline. Deze lichaamseigen hormonen geven het lichaam een boost om zelf meer insuline aan te maken. Bovendien hebben ze als extra voordeel dat je er ook van afvalt, terwijl bij de meeste geneesmiddelen het omgekeerde gebeurt. Een nadeel is dat ook dit dagelijks moet worden geïnjecteerd. Dat ligt voor veel mensen die ook al insuline moeten prikken, lastig. Dat kan veranderen als het middel wordt omgevormd tot een wekelijks of maandelijks spuitje. Meer en meer groeit ook het besef dat we diabetici niet alleen moeten helpen om hun bloedglucose op peil te houden, maar ook om complicaties tegen te gaan. Vooral hart- en vaatziekten, de voornaamste doodsoorzaak bij diabetici, staat bovenaan de lijst van risico's. Bij de zoektocht naar nieuwe geneesmiddelen houden we ook daar rekening mee.
Een andere weg richting mogelijke genezing loopt via de obesitaschirurgie. Aanvankelijk was er ongeloof, maar de jongste jaren blijkt dat sommigen meteen na zo'n ingreep een normale bloedsuiker krijgen?
Dat is een heel interessante piste. Uit onderzoeken blijkt inderdaad dat niet alleen het gewichtsverlies enkele weken na zo'n maagbypass voor een betere controle van de bloedglucose zorgt. Bij heel wat patiënten is het effect er al meteen na de ingreep, wat erop wijst dat er ook een ander mechanisme meespeelt. Zowat driekwart van de patiënten die in een vroeg stadium geopereerd wordt, maakt goede kans op genezing van diabetes.Vandaag is in ons land een maagbypassoperatie (waarbij de maag wordt verkleind en minder voedsel wordt opgenomen) toegelaten bij patiënten met een BMI hoger dan 40 of een BMI tussen 35 en 40 die een bijkomende aandoening hebben zoals hypertensie of hartproblemen. Er zijn nu studies gepland om na te gaan of een gelijksoortige ingreep bij diabetici met een BMI tussen 30 en 35 hier ook al mee gebaat zijn. Dat zou mogelijk toelaten om nog meer diabetici te genezen. Overgewicht is een van de belangrijkste oorzaken van de huidige diabetesepidemie. Kilo's lijken er bij de meesten ongemerkt aan te vliegen. "Dat komt omdat we niet meer weten wanneer we genoeg hebben", zeggen gedragswetenschappers.
Wanneer heb je echt genoeg gegeten?
Het lijkt een vraag waar zelfs een kind het antwoord op weet. "Toch beseffen de meesten onder ons totaal niet wanneer ze moeten ophouden. Omdat ons eetgedrag onbewust op allerlei manieren wordt beïnvloed", zegt Brian Wansink van de Cornell universiteit van New York op het jongste Amerikaanse Diabetes Congres.
Het Laatste Avondmaal
Hij ziet twee belangrijke trends die ervoor zorgden dat we almaar grotere hoeveelheden voedsel naar binnen werken. "Thuis koken is de jongste jaren enorm in trek. Daarbij kijken we niet op een stuk vlees meer of minder. In naam van de gezelligheid koken we letterlijk steeds meer voor minder mensen. Ook de omvang van onze borden, glazen en kommen is in de loop van de eeuwen geëxplodeerd. Hoe groter je bord, hoe meer je opschept en ook effectief opeet." Wansink illustreert die stelling met de afbeeldingen van Het Laatste Avondmaal. "Tussen de jaren 1000 en 2000 heeft dat tafereel heel wat schilders geïnspireerd. Wij hebben er 52 onderzocht en hebben met een computerprogramma berekend hoe de grootte van borden en bekers op die schilderijen evolueerden. In de loop van de eeuwen wint eetcultuur duidelijk aan belang. Het servies werd maar liefst 66 % groter, en ook de afgebeelde stukken brood verdubbelden bijna." Een gelijksoortig fenomeen voltrok zich in de culinaire literatuur. "Een maaltijd die in onze moeders kookboeken nog voor 4 personen bestemd was, volstaat vandaag voor 2", zegt Wansink, die 3 bekende eetmythes doorprikt.
Mythe 1 : Intelligente mensen laten hun hoeveelheid eten niet afhangen van de grootte van hun bord.
Wansink bewees dat de maat van een bord er wel toe doet. Hij liet twee groepen studenten, die even voordien een les over voeding hadden bijgewoond, een voetbalwedstrijd volgen in twee aparte kamers. De ene groep studenten kreeg popcorn in dozen van 4 liter, de andere groep kreeg evenveel popcorn maar in dozen van 2 liter. "In de groep met de grote dozen werd maar liefst dubbel zoveel popcorn verorberd. Dat begint zelfs al op jonge leeftijd. Kleine kinderen die hun cornflakes in grote koppen gieten, ontbijten dubbel zoveel als leeftijdsgenootjes met een kleine kop."
Mythe 2: Je moet altijd je bord leeg eten
"Veel ouders gaan dit niet leuk vinden omdat ze met die 'wijsheid' zijn opgegroeid, maar je bewijst je kinderen er niet echt een dienst mee om steeds aan te dringen op een leeg bord. Wij vergeleken het eetgedrag van kleuters van wie de ouders de 'leeg bord strategie' hanteerden met kleuters die meer vrijgelaten werden. De kinderen mochten bij onze test vrij kiezen wat ze wilden eten. De eerste groep koos beduidend veel meer zoete desserts en schepte meer op in grote borden dan de tweede groep. Die kinderen zijn het thuis niet gewend om controle te hebben over wat ze eten. Zodra ze die controle bij de test wel kregen, maakten ze daar extra gebruik van door meer zoet te kiezen. Dat zagen we veel minder bij kinderen die ook thuis mee mochten beslissen hoeveel ze aten.
Mythe 3: Mensen weten wanneer ze moeten stoppen voor ze overeten?
"De meeste mensen menen dat ze genoeg hebben als hun bord leeg is. Om de onzin daarvan aan te tonen, nodigden we voorbijgangers uit op een gratis bord soep. De deelnemers wisten niet dat het om bodemloze borden ging. Onderaan het bord liep een onzichtbaar buisje waarlangs we het bord bleven opvullen. Met als gevolg dat mensen zonder opkijken 3 tot 4 borden oplepelden!"
Diabetes type 2
Type 2 werd vroeger ouderdomsdiabetes genoemd, maar komt de jongste jaren steeds vaker bij jongere mensen voor. Dat is een gevolg van ongezonde levensstijl en overgewicht. Bij hen produceert het lichaam nog wel insuline, maar onvoldoende en hun lichaam kan het niet meer efficiënt gebruiken. In het begin hebben ze nog geen behoefte aan insuline-injecties, maar na verloop van tijd kan dat ook bij hen nodig worden.
Diabetes type 1
Een stofwisselingsziekte waarbij de pancreas er niet meer in slaagt om zelf insuline aan te maken. Insuline is nodig om glucose, de belangrijkste energiebron van de cellen, te laten opnemen door het lichaam. Deze ziekte ontstaat meestal op jonge leeftijd en deze patiënten moeten zelf insuline toedienen.
"Voorgerecht en water doen je minder eten"
Dat zegt de Amerikaanse voedingsdeskundige Barbara Rolls, die haar onderzoek naar het ideale dieet voorstelde op het Amerikaanse Diabetescongres.
1. Voorgerecht
"Vul je maag al op voor de hoofdmaaltijd. Met een licht voorgerecht zoals een slaatje van maximaal 150 calorieën.
Dan neem je nadien vanzelf minder van je hoofdgerecht."
2. Water
"Dat vult het best als het aan de maaltijd wordt toegevoegd. Zoals in een soep. Hoe meer water je opneemt, hoe groter het verzadigd gevoel."
3. Schik je bord anders
"We vergeleken de calorie-opname van mensen die evenveel vlees (33%), pasta (33%) en groenten (33%) aten met die van lotgenoten die 50% groenten, 25% pasta en nog 25% vlees op hun bord kregen. De tweede groep at eenzelfde hoeveelheid, maar nam aanzienlijk minder calorieën op. Zij vielen in 11 dagen al beduidend meer af, zonder dat ze het gevoel hadden te diëten.
4. Kinderen
"Kinderen tussen 3 en 5 jaar luisteren nog naar hun hongerinstinct. Voor onze test pasten we hun maaltijden aan door er extra fruit en groente aan toe te voegen en vlees en zoetigheden te schrappen. Elf dagen kregen ze zo'n menu te eten. De kinderen namen per dag 385 calorieën minder op, maar melden geen honger of behoefte om hun 'tekort' te compenseren."
Bron: Gazet van Antwerpen, 24 juli 2010