Heupprothesen verplicht registreren

Vandaag raakte bekend dat de Amerikaanse firma Depuy Orthopaedics een bepaald type heupprothesen terugroept. Deze prothese zou al bij 500 Belgische patiënten zijn ingeplant. Volgens recente cijfers van CM is de kans op een hersteloperatie bij patiënten die dit type kunstheup heeft laten inplanten tussen 2004 en 2009, 4,8 procent. Voor de totale groep patiënten met resurfacingprothesen is dit 3 procent. CM pleit voor betere controles op de kwaliteit van heupprothesen door een verplichte registratie van informatie over heupprothesen.
Het gaat over de zogenaamde ‘resurfacing prothese’, een kleinere prothese die ook bekend staat als de sportheup. Zij wordt enkel bij jongere patiënten ingeplant. Op basis van een analyse bij deze groep (vnl. vrouwen onder de 55 jaar en mannen onder de 65 jaar), blijkt dat de kans op een herstelingreep 4,8 procent is bij dit type prothese in de periode 2004-2009. In dezelfde periode is de kans op een hersteloperatie bij deze groep patiënten die een ander type resurfacingheup kreeg ingeplant, 3 procent.

Het gaat in totaal over 184 van de 3.261 CM-leden die een resurfacing-operatie lieten uitvoeren. Het totaal aantal CM-leden met heupprothesen in deze leeftijdsgroep is 9.593, waarvan er 200 een hersteloperatie ondergingen.

De beslissing van Depuy Orthopaedics komt er op basis van gegevens van het protheseregister van Engeland en Wales. Voor CM bewijst dit voorval dat ook België moet worden overgaan tot het verplicht registreren van data over elke ingreep in een nationaal heupregister. Op basis daarvan kan de kwaliteit van de implantaten en de evaluatie van de zorg tijdig worden nagegaan. In andere landen bestaat die verplichte registratie al. In Zweden, bijvoorbeeld, wordt elk nieuw type kunstheup op een betrouwbare manier getest binnen enkele ziekenhuizen en pas bij positieve evaluatie in de testperiode op de markt toegelaten.
22 okt 2010 10u02
Bron: CM
zie ook rubriek