Reden tot optimisme in strijd tegen kanker

Jaarlijks verliezen 25.693 Belgen de strijd tegen kanker. Kanker kent, na hart –en vaatziekten, het hoogste sterftecijfer. Maar er wordt vooruitgang geboekt. De vooruitzichten voor een aantal kankers en de kwaliteit van de zorg is sterk verbeterd. In het UZA werd het MOCA (Multidisciplinair Oncologisch Centrum Antwerpen) opgericht, waarin een multidisciplinaire aanpak en dienstverlening centraal staat. De werking en de innovaties worden uitgebreid toegelicht tijdens het MOCA-herfstsymposium op 28 oktober en in het oncologieboek dat het UZA op dat moment uitbrengt.
kanker treft 57.185 Belgen. prostaat-, borst-, darm- en longkanker komen het vaakst voor. De ziekte treft meer mannen dan vrouwen en in 75% van de gevallen zijn nieuwe patiënten ouder dan 60 jaar. Deze harde cijfers tonen aan dat kwaadaardige tumoren in België een ernstig gezondheidsprobleem blijven. Maar er is hoop. De vooruitzichten voor patiënten met zeldzame tumoren zoals deze van het maag-darmstelsel als voor meer frequent voorkomende kankers zoals borstkanker zijn aanzienlijk verbeterd. Men wil vandaag zoveel mogelijk organen en weefsels sparen, wat dankzij nauwkeurigere beeldvorming en zeer precieze radiotherapie mogelijk is geworden. Maar ook een aantal medicamenteuze behandelingen zijn veelbelovend.

Patiënt centraal in multidisciplinair overleg: het MOCA
De vooruitgang in oncologische zorg is er mede gekomen door de evolutie naar een meer multidisciplinaire aanpak. Prof. dr. Marc Peeters, diensthoofd oncologie en coördinator MOCA: “In het MOC (Multidisciplinair Oncologisch Consult) overleggen specialisten met elkaar om op maat van de patiënt een behandelingsplan uit te werken. In het uza werden tien multidisciplinaire tumorwerkgroepen opgericht, elke samengesteld uit zowel specialisten van een specifieke tumor, als radiotherapeuten, chirurgen als artsen gespecialiseerd in radiologie, nucleaire geneeskunde en pathologische anatomie en psychologen. Ook huisartsen worden nauw betrokken bij beleidsbeslissingen van het MOCA.” In de toekomst zullen er ook oncologieverpleegkundigen worden aangetrokken om als centrale figuur te fungeren tussen patiënt en externe zorgverstrekkers.

Een goede levenskwaliteit behouden staat centraal
Patiënten kunnen voor, tijdens en na hun behandeling bij de psychologen terecht voor psychische ondersteuning en therapie. Vanaf 2011 zal psychosociale ondersteuning ook in de revalidatie worden ingebouwd. Prof. G. Stassijns, fysische geneeskunde: “We willen de patiënten – indien mogelijk nog tijdens de behandeling - tonen waartoe ze nog allemaal in staat zijn. Op die manier zullen ze veel sneller hun vroegere fysieke activiteiten terug kunnen oppikken. Dat doen we niet alleen door fysische revalidatie, maar ook door met hen te praten en groepssessies aan te bieden rond onderwerpen zoals stress, geheugenverlies, slaapproblemen of intimiteit na kanker.” Het uiteindelijke doel is de levenskwaliteit optimaliseren. Het uza biedt dit oncologische revalidatie programma niet alleen aan borstkankerpatiënten, maar aan alle kankerpatiënten die het medisch aankunnen.

De belangrijkste tendensen op een rijtje
  • leukemie: De laatste jaren werd er heel veel vooruitgang geboekt in de strijd tegen leukemie met verschillende types medicatie. Recent bereikte het UZA een doorbraak in de ontwikkeling van een nieuwe kankervaccin voor patiënten met AML (acute myeloïde leukemie) die er voor zorgt dat de patiënt na de behandeling niet hervalt of dat herval wordt uitgesteld. Het vaccin wordt op basis van eigen afweercellen van de patiënt gemaakt. Het UZA zet nu ook gelijkaardige trials op voor borst-, darm-, longvlies- en buikvlieskanker.
  • Hersentumoren: Door nieuwe chirurgie en radiotherapeutische technieken kan een tumor veel gerichter worden geopereerd. De schade aan gezond hersenweefsel kan zo worden beperkt. Ook van nieuwe medicatie wordt veel verwacht. Vandaag zijn er geneesmiddelen die het effect van bestraling of de vooruitzichten bij herval verbeteren. Ook stamceltherapie is een piste die wordt onderzocht.
  • Hoofd- en halstumoren: Dankzij de hoogstaande chirurgische expertise in het UZA kunnen de organen heel vaak gespaard blijven. Daarnaast heeft het UZA als enige ziekenhuis zeer gesofisticeerde tomotherapie toestellen die er voor zorgen dat de tumor heel nauwkeurig kan worden bestraald. Het UZA neemt ook deel aan heel wat internationale studies om medicamenteuze behandeling mogelijk te maken.
  • longkanker. Het UZA boekte veel vooruitgang met niet-chirurgische technieken voor het stellen van de diagnose. Zo werd recent een endoscopische elektromagnetische navigatietechniek ontwikkeld waardoor kleine longletsels veel beter te bereiken zijn. Daarnaast leidt combinatietherapie (chemotherapie in combinatie met radiotherapie of heelkunde) tot een betere overleving.
  • maag –en darmkanker: Dankzij de installatie van de cyclotron in het UZA zal het effect van nieuwe therapieën beter kunnen beoordeeld worden en zal de patiënt gerichter en individueler behandeld kunnen worden. Door het onderzoek naar de optimale screeningstrategie en het ontwikkelen van nieuwe screeningmethodes zal dikkedarmkanker in de toekomst vroegtijdiger worden opgespoord.
  • prostaatkanker: Elk jaar krijgen meer dan 5000 Vlamingen te horen dat ze prostaatkanker hebben. De behandeling is zeer individueel en afhankelijk van het stadium waarin de ziekte zich bevindt. De patiënt kan tijdens één consult zowel met de oncoloog, uroloog als radiotherapeut praten. Bovendien begeleidt de prostaatverpleegkundige, gespecialiseerd in deze materie, de patiënt in elke fase van de ziekte. Daarbij speelt het UZA een voortrekkersrol in het informeren en begeleiden van patiënten met prostaatkanker.
  • huidkanker: De jongste jaren breiden de mogelijkheden om huidkanker te behandelen zich gestaag uit: van zalf tot fotodynamische therapie. Toch blijft chirurgische verwijdering nog de gouden standaard.
  • Bottumoren, weke delen en tumoren van schildklier of bijnier: Dit soort tumoren is zeldzaam. Omdat de diagnose, behandeling en eventuele reconstructie dan ook erg complex is wordt dit in het UZA in zeer nauw multidisciplinair overleg aangepakt.
  • Borstkanker: Systematische screening heeft de sterfte door borstkanker met 15% doen dalen. Bij de behandeling is er een duidelijke tendens naar het zoveel mogelijks sparen van de borst en het omliggend weefsel. Het UZA boekte veel vooruitgang in de behandeling met nieuwe medicatie: hormoonblokkage, chemotherapie en doelgerichte therapieën met antilichamen. Er wordt steeds minder radiotherapie gegeven en als dat gebeurt, dan is het zeer lokaal. Er wordt steeds meer geïnvesteerd in ondersteuning van borstkankerpatiënten. In de UZA borstkliniek staan borstverpleegkundigen, psychologen en zelfhulpgroepen steeds klaar voor de patiënt.
26 okt 2010 12u27
Bron: UZA
zie ook rubriek