Diabetici en rijgeschiktheidsattesten

Diabetici hebben een attest nodig om een rijbewijs te verkrijgen of te behouden. Door een wetswijziging zijn huisartsen vaker zelf bevoegd geworden (i.p.v. dat ze moeten verwijzen naar een specialist). Wat doet ú daarmee... ?

Onlangs werden er nieuwe regels ingevoerd voor de aflevering van zgn. rijgeschiktheidsattesten aan personen met diabetes, epilepsie en ernstige gezichtsproblemen (KB 10.09.2010 - Staatsblad 15.09.2010). Deze nieuwe wetgeving volgt uit de omzetting van een Europese richtlijn uit 2009 en wil het verkrijgen van rijgeschiktheidsattesten voor deze personen iets soepeler maken. Een belangrijke wijziging betreft een vereenvoudiging inzake de rij(on)geschiktheidstermijnen. Voor (een aantal) diabetespatiënten verandert er echter ook het één en ander inzake de procedure. Het komt erop neer dat zij niet meer naar een specialist moeten, maar dat voortaan ook de arts' style='color:#00896e;border-bottom:1px dotted #00896e;'>huisarts de rijgeschiktheid kan attesteren...

(Huis)arts meer bevoegd, ...

huisarts. In principe kunnen de meeste diabetespatiënten voortaan bij de huisarts terecht voor een attest om een gewoon rijbewijs (= voor een auto) te verkrijgen of te behouden. Ingewijden schatten dat het voortaan om 70% van de diabetespatiënten zal gaan, terwijl dat vroeger hooguit 15% was... De maximale termijn voor het attest voor een gewoon rijbewijs is thans ook op vijf jaar gebracht, ongeacht de leeftijd van de kandidaat (voorheen gold er een maximumtermijn van drie jaar bij 50-plussers).

Specialist. Krijgt de patiënt drie of meer insuline-inspuitingen per dag of volgt hij een behandeling met een insulinepomp, dan kan het attest nog steeds enkel door een endocrino-diabetoloog opgesteld worden. Dat is ook het geval voor personen met een verhoogd risico op een ernstige of een recurrente hypoglykemie. Aan dergelijke personen kunnen er bv. ook extra voorwaarden en/of beperkingen opgelegd worden (zoals bv. dat ze steeds vergezeld moeten zijn van een passagier).

Keuringsarts van het CARA. Slechts in uitzonderlijke gevallen, bv. als de diabetespatiënt locomotorische stoornissen zou hebben die een invloed kunnen hebben op het veilig besturen van een wagen, moet hij naar een keuringsarts van het Centrum voor Rijgeschiktheid en Voertuigaanpassing (CARA) doorverwezen worden.

... maar niet als behandelaar… ?

Contradictie met de deontologie. De bedoeling van de nieuwe wetgeving is dat iemands rijgeschiktheid beoordeeld wordt door de arts die hem het frequentst begeleidt. Dat is dus naargelang van het geval zijn behandelende huisarts of zijn endocrino-diabeteloog. Er duikt dan echter een deontologisch probleem op, vermits de Orde der geneesheren afraadt dat de behandelende arts het attest opmaakt. Volgens de Orde zijn de regels inzake het deskundigenonderzoek immers van toepassing wanneer artsen iemands rijgeschiktheid moeten onderzoeken (adviezen van de Nationale Raad van 27.11.1999 en 30.05.2009). Dit houdt in dat zij een onafhankelijk, wettelijk onderzoek moeten voeren en als arts-deskundige bijgevolg geen vaste behandelaar van de betrokkene mogen zijn.

Tip. Gelet op deze contradictie zal u nog steeds van geval tot geval een pragmatische houding moeten aannemen. Schrijft u het attest liever niet zelf, dan kunt u de patiënt wijzen op het deontologische verbod. Ziet u er geen graten in om het attest zelf te schrijven, dan kunnen we ons moeilijk voorstellen dat de Orde u effectief een tuchtsanctie zal opleggen voor iets dat wettelijk toegelaten is...
17 dec 2010 11u34
zie ook rubriek