Waarde vastgesteld: 50 nanomol/liter vitamine D is minimum bij osteoporose

Een drempelwaarde van 50 nanomol/liter vitamine D is de absolute ondergrens voor patiënten met osteoporose, een waarde van 60 nanomol/liter vitamine D heeft de voorkeur. Dit stelt Natalia Kuchuk in haar proefschrift, waarop zij donderdag 16 december promoveert bij VU medisch centrum. Behandelaars van patiënten met osteoporose kunnen de bevindingen van Kuchuk direct toepassen in het vitamine D-beleid voor individuele ouderen met osteoporose.
Dit onderzoek ondersteunt de drempelwaarde van vitamine D die de Gezondheidsraad in 2008 heeft vastgesteld. Kuchuk keek in haar onderzoek naar de relatie tussen vitamine D-waarden en botafbraakmarkers, naar de invloed van vitamine D waarden op de botdichtheid en de kans op botbreuken en naar de invloed van de vitamine D waarde op fysiek presteren.

Zij vond dat de botafbraak en de kans op breuken verminderden bij een minimale vitamine D waarde van 50 nanomol/liter. De fysieke prestaties van ouderen werden positief beïnvloed tot een vitamine D waarde van 60 nanomol/liter. Kuchuk haar onderzoek leidt daarmee tot een drempelwaarde van 50 nanomol/liter vitamine D en een voorkeurswaarde van 60 nanomol/liter. Kuchuk deed haar onderzoek deels binnen de Longitudinal Aging Study Amsterdam (LASA).

Het onderzoek van Kuchuk naar diagnostiek van osteoporose leidde tot de oprichting van de fractuur- en osteoporosepolikliniek. Deze polikliniek werd in 2006 in VU medisch centrum geopend. Op deze polikliniek komen mensen van 50 jaar en ouder die in VUmc zijn behandeld voor een botbreuk. Daar wordt onderzocht of de patiënt osteoporose heeft en vinden zo nodig verder onderzoek en behandeling plaats.
17 dec 2010 12u16
Bron: VUmc