Ablatie van voorkamerfibrillatie is niet alleen doeltreffend bij jonge patiënten, maar ook bij zeventigplussers. Dat blijkt uit een studie uitgevoerd door dr. Gian Battista Chierchia, electrofysioloog aan het UZ Brussel. Met zijn onderzoek toont dr. Chierchia aan dat bijna twee derde van de patiënten ouder dan zeventig geen verdere medicatie nodig heeft na de ingreep.
Voorkamerfibrillatie of VKF is de meest voorkomende hartritmestoornis' style='color:#00896e;border-bottom:1px dotted #00896e;'>hartritmestoornis in onze westerse maatschappij. Door een chaotische elektrische activiteit in de aderen die zuurstofrijk bloed van de longen naar het hart brengen, trekt het hart zeer snel, ongecoördineerd en onregelmatig samen. Het risico op VKF neemt exponentieel toe met de leeftijd; niet minder dan zeven procent van de zeventigplussers lijdt eraan.
Een behandeling met geneesmiddelen die de hartfrequentie opnieuw normaliseert blijkt vaak ontoereikend, omdat vooral ouderen vaak een resistentie ontwikkelen tegen deze soort. Daarom wordt steeds meer gebruik gemaakt van katheterablatie, een techniek waarbij een katheder via de lies naar het hart wordt gebracht om de abnormale elektrische activiteit te registreren en de cellen verantwoordelijk voor het ontstaan van die abnormale activiteit te vernietigen.
De ingreep bewees al eerder haar doeltreffendheid bij jonge patiënten, maar artsen vreesden dat oudere patiënten er mogelijk minder vatbaar zouden voor zijn. Bovendien zouden ouderen vaker neveneffecten ondervinden zoals hoge bloeddruk en congestief hartfalen, en een groter risico lopen op embolie.
Om de haalbaarheid, de veiligheid en de slaagkansen van de ingreep bij ouderen in kaart te brengen, voerden dr. Chierchia en enkele collega’s van het UZ Brussel voor het eerst een prospectieve studie uit bij zeventigplussers. Voor de studie werden 21 patiënten die een cryoablatie ondergingen gevolgd tot een jaar na de ingreep.
De resultaten van de studie wijzen erop dat de ingreep ook bij zeventigplussers haalbaar en veilig is. Maar liefst 62 procent van de patiënten was na een jaar vrij van symptomen en hoefde geen medicatie meer te nemen. Bij de groep patiënten bij wie de medicatie wel werd voortgezet, werd een sterke verbetering van de klachten geobserveerd. Dat is een erg positief resultaat, maar de onderzoekers benadrukken dat uitgebreider onderzoek zal moeten uitwijzen of deze eerste bevindingen kunnen bevestigd worden.
Dr. Chierchia is verantwoordelijk voor de voorkamerfibrillatiekliniek en maakt deel uit van het Heart Rhythm Management Centre dat onder leiding staat van prof. dr. Pedro Brugada.
Een behandeling met geneesmiddelen die de hartfrequentie opnieuw normaliseert blijkt vaak ontoereikend, omdat vooral ouderen vaak een resistentie ontwikkelen tegen deze soort. Daarom wordt steeds meer gebruik gemaakt van katheterablatie, een techniek waarbij een katheder via de lies naar het hart wordt gebracht om de abnormale elektrische activiteit te registreren en de cellen verantwoordelijk voor het ontstaan van die abnormale activiteit te vernietigen.
De ingreep bewees al eerder haar doeltreffendheid bij jonge patiënten, maar artsen vreesden dat oudere patiënten er mogelijk minder vatbaar zouden voor zijn. Bovendien zouden ouderen vaker neveneffecten ondervinden zoals hoge bloeddruk en congestief hartfalen, en een groter risico lopen op embolie.
Om de haalbaarheid, de veiligheid en de slaagkansen van de ingreep bij ouderen in kaart te brengen, voerden dr. Chierchia en enkele collega’s van het UZ Brussel voor het eerst een prospectieve studie uit bij zeventigplussers. Voor de studie werden 21 patiënten die een cryoablatie ondergingen gevolgd tot een jaar na de ingreep.
De resultaten van de studie wijzen erop dat de ingreep ook bij zeventigplussers haalbaar en veilig is. Maar liefst 62 procent van de patiënten was na een jaar vrij van symptomen en hoefde geen medicatie meer te nemen. Bij de groep patiënten bij wie de medicatie wel werd voortgezet, werd een sterke verbetering van de klachten geobserveerd. Dat is een erg positief resultaat, maar de onderzoekers benadrukken dat uitgebreider onderzoek zal moeten uitwijzen of deze eerste bevindingen kunnen bevestigd worden.
Dr. Chierchia is verantwoordelijk voor de voorkamerfibrillatiekliniek en maakt deel uit van het Heart Rhythm Management Centre dat onder leiding staat van prof. dr. Pedro Brugada.
