Ruggenprik maakt proces Alzheimer inzichtelijk

Het verloop van de ziekte van Alzheimer is te volgen door eiwitten in het hersenvocht (biomarkers) te meten. Tot nu toe werd het verloop van de ziekte vooral gemeten door de mate van geheugenverlies bij de patiënt. Het volgen van het verloop van de eiwitten is niet alleen nauwkeuriger, maar weerspiegelt ook heel direct de processen die zich in de hersenen van alzheimerpatiënten afspelen. Deze resultaten maken het mogelijk de werking van toekomstige medicijnen te volgen. Dit is een van de uitkomsten uit het onderzoek van Maartje Kester, die 14 januari promoveert aan VUmc Alzheimercentrum.
Kester bestudeerde biomarkers (eiwitten) waarvan bekend is dat deze specifiek zijn voor de ziekte van alzheimer. Daarnaast werden ook biomarkers onderzocht die algemener zijn voor hersenschade. Verrassend is dat juist de algemene marker isoprostane het meest adequaat het verloop van de ziekte van alzheimer weergeeft. Dit onderzoek laat zien dat voor het volgen van het beloop van de ziekte van Alzheimer andere biomarkers gebruikt moeten worden dan voor de diagnose van de ziekte. Op dit moment zijn er nog geen medicijnen die de het ziekteproces tot stilstand brengen. Het onderzoek van Kester biedt aanknopingspunten voor een relatief eenvoudige meetmethode om effecten van medicijnen te volgen.

Het merendeel van de patiënten die voor diagnose bij het VUmc Alzheimercentrum komen doen mee met het wetenschappelijk onderzoek. Het VUmc Alzheimercentrum beschikt hierdoor over een unieke collectie hersenvocht van patiënten over een langere periode in meerdere fasen van de ontwikkeling van de ziekte. Het is vooral deze unieke verzameling die het onderzoek van Kester mogelijk heeft gemaakt.

Over de ziekte van Alzheimer
De ziekte van Alzheimer is de meest voorkomende vorm van dementie. In Nederland is op dit moment bij ruim 200.000 mensen de diagnose ‘dementie’ gesteld. Daarnaast zijn er vermoedelijk ongeveer 60.000 mensen die lijden aan dementie, maar bij wie de diagnose nog niet is vastgesteld. Circa 12.000 dementiepatiënten zijn jonger dan zestig jaar wanneer de ziekte begint. De Gezondheidsraad schat dat tot 2040 het aantal patiënten zal verdubbelen als er geen oplossing voor deze ziekte komt. Deze toename wordt met name veroorzaakt door de toenemende vergrijzing.