Hinchey en collega’s deden onderzoek naar eigenschappen van patiënten en artsen die bijdragen aan onaangenaam verlopende consulten. Eerdere onderzoeken naar dit onderwerp keken vooral naar welke patiëntkarakteristieken gerelateerd zijn aan ‘moeilijke’ patiënten. Hun onderzoek werd gepubliceerd in Journal of General Internal Medicine.
Aan de studie van Hinchey en Jackson namen 750 patiënten deel die met een lichamelijke klacht bij een inloopspreekuur kwamen. Voorafgaand aan het consult werd de lichamelijke en psychische gezondheid van de deelnemers in kaart gebracht. Vlak na het bezoek bevroegen de onderzoekers de patiënten over hun tevredenheid over het consult, eventuele onvervulde verwachtingen en het vertrouwen in de arts.
Twee weken na het bezoek vulden patiënten opnieuw een vragenlijst in over hun symptomen, verwachtingen en tevredenheid. De 38 deelnemende artsen noteerden na ieder bezoek of sprake was van een lastige patiënt en vulden een vragenlijst in die inzicht geeft in hun communicatieve kwaliteiten.
18 procent van de patiënten werd als ‘moeilijk’ bestempeld. De lastige patiënten hadden vaak meerdere en ernstigere symptomen dan andere patiënten en leden vaker aan onderliggende psychische aandoeningen.
Vlak na het bezoek en twee weken later hadden de lastige patiënten vaker onvervulde verwachtingen en minder vertrouwen in de arts en waren zij minder tevreden over de arts. Verder bleek dat ‘moeilijke’ patiënten twee weken na het artsenbezoek vaak een verergering van hun klachten ervaren.
Ervaren artsen kwamen minder vaak lastige patiënten tegen. Artsen met minder dan tien jaar ervaring gaven aan dat 23 procent van de consulten problematisch verliep, terwijl dokters met meer dan twintig jaar ervaring slechts 2 procent van de patiënten lastig vonden. Ook bleek dat artsen met een weinig open manier van communiceren, meer patiënten als lastig beschouwden.
Volgende onderzoeken zouden moeten uitzoeken welk gedrag van artsen aangepast kan worden om de problematische consulten te verminderen, concluderen Hinchey en Jackson.
Twee weken na het bezoek vulden patiënten opnieuw een vragenlijst in over hun symptomen, verwachtingen en tevredenheid. De 38 deelnemende artsen noteerden na ieder bezoek of sprake was van een lastige patiënt en vulden een vragenlijst in die inzicht geeft in hun communicatieve kwaliteiten.
18 procent van de patiënten werd als ‘moeilijk’ bestempeld. De lastige patiënten hadden vaak meerdere en ernstigere symptomen dan andere patiënten en leden vaker aan onderliggende psychische aandoeningen.
Vlak na het bezoek en twee weken later hadden de lastige patiënten vaker onvervulde verwachtingen en minder vertrouwen in de arts en waren zij minder tevreden over de arts. Verder bleek dat ‘moeilijke’ patiënten twee weken na het artsenbezoek vaak een verergering van hun klachten ervaren.
Ervaren artsen kwamen minder vaak lastige patiënten tegen. Artsen met minder dan tien jaar ervaring gaven aan dat 23 procent van de consulten problematisch verliep, terwijl dokters met meer dan twintig jaar ervaring slechts 2 procent van de patiënten lastig vonden. Ook bleek dat artsen met een weinig open manier van communiceren, meer patiënten als lastig beschouwden.
Volgende onderzoeken zouden moeten uitzoeken welk gedrag van artsen aangepast kan worden om de problematische consulten te verminderen, concluderen Hinchey en Jackson.