Een klinische studie (OMEGA-3D), gepubliceerd in de Journal of Clinical Psychiatry van juni 2010, toont de effectiviteit aan van het voorschrijven van omega-3 bij de behandeling van depressies, al dan niet in combinatie met een medicamenteuze behandeling. Een onderzoek van de Journal International of Medicine (JIM) bij meer dan 250 artsen, zet in reactie op deze studie deze nieuwe klinische gegevens in een nieuw licht ten behoeve van de dagelijkse praktijk van gezondheidswerkers, die geïnteresseerd zijn in alternatieven voor de klassieke behandelingen, mits de effectiviteit ervan in de literatuur is aangetoond.
Een onderzoek op grote schaal
In een dubbelblind, gerandomiseerd, placebo gecontroleerd onderzoek bij 432 patiënten, is de effectiviteit bewezen van een dagelijkse inname van omega-3 met 1 gram eicosapentaeenzuur(EPA) als supplement bij patiënten met een ernstige depressie zonder angststoornis (55% van de patiënten). Het omega-3D onderzoek stond onder leiding van professor François Lespérance, hoofd afdeling psychiatrie van het Centre Hospitalier van de universiteit van Montreal (CHUM). Deze effectiviteit, te vergelijken met het waargenomen effect van antidepressiva, is onderzocht met het product OM3 emotioneel evenwicht van het laboratorium Vie et Santé. Evaluatie van de tolerantie van de behandeling (bijwerkingen) laat zien dat omega-3-concentraten zeer goed worden verdragen.
Dit multicentra klinisch onderzoek is het grootste dat ooit werd uitgevoerd naar de effectiviteit van omega-3 bij de behandeling van ernstige depressies:
'De gunstige effecten van omega-3, in het bijzonder die van EPA, hadden hun effectiviteit al bewezen in experimenteel onderzoek en in enkele kleinere klinische studies, maar de beperkte resultaten en de verschillende formuleringen en doseringen maakten het nog niet mogelijk om conclusies te trekken of aanbevelingen te formuleren voor het voorschrijven van omega-3 bij patiënten met een depressie', legt professor Lespérance uit. 'We hadden een meer grootschalige proef nodig en daarom hebben we dit onderzoek uitgevoerd.'
Nieuws van INSERM en INRA: een tekort aan omega-3 kan specifiek depressief gedrag verklaren
Onderzoekers van INSERM (het Franse Nationale Instituut voor Gezondheid en Medisch Onderzoek) en INRA (het Franse Nationale Instituut voor Agronomisch Onderzoek) hebben in samenwerking met Spaanse onderzoekers muizen een dieet laten volgen met weinig omega-3 vetzuren. Zij ontdekten dat een verlaagde omega-3 spiegel de functies van neuronen verminderden, die bij de controle van emotioneel gedrag een rol spelen.
De auteurs menen dat hun resultaten een bijdrage leveren aan het eerste biologische bewijs, dat de waargenomen correlatie tussen een dieet met een laag omega-3 gehalte, wijdverspreid in de geïndustrialiseerde wereld, en stemmingsstoornissen zoals depressie kan verklaren.
Nadere gegevens van deze studie zijn beschikbaar op de online versie van het tijdschrift Nature Neuroscience
In een dubbelblind, gerandomiseerd, placebo gecontroleerd onderzoek bij 432 patiënten, is de effectiviteit bewezen van een dagelijkse inname van omega-3 met 1 gram eicosapentaeenzuur(EPA) als supplement bij patiënten met een ernstige depressie zonder angststoornis (55% van de patiënten). Het omega-3D onderzoek stond onder leiding van professor François Lespérance, hoofd afdeling psychiatrie van het Centre Hospitalier van de universiteit van Montreal (CHUM). Deze effectiviteit, te vergelijken met het waargenomen effect van antidepressiva, is onderzocht met het product OM3 emotioneel evenwicht van het laboratorium Vie et Santé. Evaluatie van de tolerantie van de behandeling (bijwerkingen) laat zien dat omega-3-concentraten zeer goed worden verdragen.
Dit multicentra klinisch onderzoek is het grootste dat ooit werd uitgevoerd naar de effectiviteit van omega-3 bij de behandeling van ernstige depressies:
'De gunstige effecten van omega-3, in het bijzonder die van EPA, hadden hun effectiviteit al bewezen in experimenteel onderzoek en in enkele kleinere klinische studies, maar de beperkte resultaten en de verschillende formuleringen en doseringen maakten het nog niet mogelijk om conclusies te trekken of aanbevelingen te formuleren voor het voorschrijven van omega-3 bij patiënten met een depressie', legt professor Lespérance uit. 'We hadden een meer grootschalige proef nodig en daarom hebben we dit onderzoek uitgevoerd.'
Nieuws van INSERM en INRA: een tekort aan omega-3 kan specifiek depressief gedrag verklaren
Onderzoekers van INSERM (het Franse Nationale Instituut voor Gezondheid en Medisch Onderzoek) en INRA (het Franse Nationale Instituut voor Agronomisch Onderzoek) hebben in samenwerking met Spaanse onderzoekers muizen een dieet laten volgen met weinig omega-3 vetzuren. Zij ontdekten dat een verlaagde omega-3 spiegel de functies van neuronen verminderden, die bij de controle van emotioneel gedrag een rol spelen.
De auteurs menen dat hun resultaten een bijdrage leveren aan het eerste biologische bewijs, dat de waargenomen correlatie tussen een dieet met een laag omega-3 gehalte, wijdverspreid in de geïndustrialiseerde wereld, en stemmingsstoornissen zoals depressie kan verklaren.
Nadere gegevens van deze studie zijn beschikbaar op de online versie van het tijdschrift Nature Neuroscience