Niet vroeg genoeg droog

Kinderen worden op steeds latere leeftijd zindelijk. Waarom is dat een probleem ? Een gesprek met Alexandra Vermandel, kinesitherapeute in de Klein Bekken Kliniek van het UZA.
In Afrika en sommige delen van China zijn kinderen amper enkele maanden oud wanneer de zindelijkheidstraining wordt ingezet. Na een jaar zijn ze al droog. Bij ons en in andere westerse landen worden ukjes alsmaar later zindelijk (1). In de jaren 1940 nam de zindelijkheidstraining een aanvang voor de leeftijd van 18 maanden, nu schommelt dat tussen 21 en 36 maanden. De wetenschappelijke literatuur situeert de geschikte leeftijd in onze contreien rond 18 à 20 maanden (2). Dat dit in de praktijk eerder uit-zondering dan regel is, ligt niet aan de kinderen. Niet zij zijn door de jaren heen veranderd, wel de omgevingfactoren. De eerste mogelijke reden voor de vertraging is een opvoedkundige : ouders hanteren een liberalere opvoedingsmethode dan vroeger. Vaak gaan zowel vader als moeder voltijds uit werken, waardoor ze weinig tijd overhouden om in de training te investeren. Een ander vertragend element is de wegwerpluier, waarin ouders gemakshalve hun toevlucht zoeken (3). "Als je een kind laat kiezen, dan gaat het voor de luier", weet Alexandra Vermandel, kinesitherapeute in de Klein Bekken Kliniek van het Universitair ziekenhuis Antwerpen (uza). "Die geeft het de kans om ongestoord te blijven spelen. Geen nat gevoel bij het plassen, nauwelijks hinderlijk. Luiers zijn nuttig, maar je moet er op tijd mee stoppen."

Ouders zijn ook verward. Er doen zo veel theorieën de ronde dat ze niet langer het kaf van het koren kunnen scheiden. "Zo hoor je soms beweren dat het gevaarlijk zou zijn om te vroeg met zindelijkheidstraining te starten", geeft Vermandel als voorbeeld. "Maar dat wordt door geen enkele studie bevestigd. In het verleden deelde een ouder weleens een tik uit als kinderen hun gevoeg niet deden op het toilet of op een potje. Dat kan negatieve gevolgen hebben. Maar als je het op een niet dwingende en positieve manier aanpakt, kan het nooit kwaad (zie kader). Stel je vast dat je kind er nog niet rijp voor is, probeer het dan later nog eens."

Onder leiding van Alexandra Vermandel deed de UA bij 174 kleuterleidsters een enquête over zindelijkheid. Ongeveer de helft van de juffen zag het als hun taak om de kinderen te begeleiden bij zindelijkheid. De onderzoekers peilden ook naar de methodes die ze daarvoor gebruikten. Zo'n 92 % zet de kinderen op geregelde tijdstippen op het potje, 69 % polst nu en dan of ze moeten plassen, meer dan bijna 59 % beloont kinderen die naar het toilet gaan, 54 % laat ze zonder luier rondtrippelen, 52 % leest een boekje voor over het gebruik van het potje, en gelukkig slechts 1,7 % ziet heil in straffen.

Wel maken de juffen duidelijk dat sommige ouders de verantwoordelijkheid niet naar hen horen door te schuiven. Ideaal blijft nog steeds de training thuis. In hun eigen omgeving kan je kinderen bijvoorbeeld zonder broekje laten rondlopen en ingrijpen als het dringend is. Deze praktijk is voor kleuterleidsters, die meestal grote klassen hebben, niet haalbaar. Uit eerdere studies is al veelvuldig gebleken dat te late training, en dus verlate zindelijkheid, nadelen heeft. Het kan medische gevolgen hebben, zoals constipatie (door toileting refusal of ophoudgedrag) of plasproblemen (door urineweg-infecties). Het langdurige gebruik van wegwerpluiers heeft bovendien een enorme impact op het milieu. Als je weet dat de luiers nog altijd niet volledig afbreekbaar zijn en een kind er gemiddeld 5000 nodig heeft voor het droog is, dan krijg je een idee van de afvalberg die ze opleveren (4).

De studie van de UA bevestigt dat de helft van de kleuterleidsters hinder ondervindt van de extra werk-druk : het constant in de weer zijn met luiers belemmert de pedagogische activiteiten, zowel kwantitatief als kwalitatief. Onzindelijke kleuters krijgen hierdoor onterecht meer aandacht dan andere. "Als een juf 26 kinderen met een luier in de klas heeft, doet ze niet veel anders dan verversen", zegt Alexandra Vermandel. "Dat een kind al eens een ongelukje heeft, vindt ze veel minder erg."

Geen wonder dus dat 83 % van de juffen vraagt om kinderen pas naar school te laten gaan als ze zindelijk zijn. Nochtans geeft slechts 36 % aan dat daar in het schoolreglement melding van wordt gemaakt. Dat heel wat scholen kleuters toelaten die nog niet droog zijn, heeft met de concurrentiestrijd te maken. Vermandel : "Tijdens ons onderzoek troffen we soms kleuterklasjes aan waar alle kindjes een pamper dragen."

Een vierde (23 %) van de kleuterleidsters die verbonden zijn aan een school die zindelijkheid eist, wordt geconfronteerd met ouders die onterecht beweren dat hun kind droog is. "Een ongelukje kan altijd gebeuren, maar als kinderen stelselmatig niet naar het toilet gaan op school, kan je je daar vragen bij stellen. Voor de kleuterjuffen betekent dat extra druk. Om broekjes met ontlasting uit te wassen, moeten ze de klas vaak even alleen laten. Niet evident en ook niet wenselijk."

Vreemd is het dat slechts 27 % van de juffen tijdens de opleiding leerde om te gaan met onzindelijke kleuters, terwijl een 80 % dat toch wel nodig acht. Vermandel : "Kleuterleidsters moeten toch weten welke richtlijnen ze aan ouders kunnen meegeven ?" Verder deden de juffen nog enkele suggesties : kleinere klasjes, en frequentere hulp van kinderverzorgsters, wat hen zou toelaten om zich meer op het pedagogische te concentreren. Omdat de kleuterscholen nu al overbevolkt zijn en de budgettaire ruimte beperkt is, lijken die laatste 2 verzuchtingen moeilijk uitvoerbaar te zijn.

Naast een aangepaste opleiding van de juffen zou het sensibiliseren van ouders voor zindelijkheidstraining zoden aan de dijk kunnen brengen. "De resultaten van dit onderzoek zijn alvast een signaal voor de overheid", vindt Alexandra Vermandel. "Wij dragen als wetenschappers deze boodschap uit en het is nu aan het beleid om iets aan de situatie te doen. Leggen we ons neer bij de verlate zindelijkheid en de daaraan verbonden nadelen ? Kind & gezin en het clb lijken mij goed geplaatst om een naar de ouders gericht bewustmakingsprogramma uit te dokteren."

Bron: Bodytalk, 23-03-2011
24 mrt 2011 08u57
Bron: MagUZA.be
zie ook rubriek