Universiteiten werken aan de verbetering van palliatieve zorg

Relatief veel mensen maken aan het eind van hun leven gebruik van palliatieve zorg. Uit onderzoek weten we dat deze levenseindezorg in het algemeen nog sterk kan worden verbeterd. Zo sterven bijvoorbeeld 61% van de kankerpatiënten in het ziekenhuis en slechts 27% thuis, terwijl de meesten liever thuis willen sterven. Om de kwaliteit van de palliatieve zorg en levenseindezorg te verbeteren, starten vier universiteiten, Vrije Universiteit Brussel, K.U.Leuven, UGent en het VU medisch centrum Amsterdam, een samenwerkingsproject genaamd FLIECE (FLanders Study to Improve End-of-life Care and Evaluation tools). Dit onderzoek zal richtlijnen en trainingsprogramma’s voor artsen en andere hulpverleners ontwikkelen en evalueren.
Het FLIECE project krijgt financiering van het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT Vlaanderen) ten bedrage van 2,5 miljoen euro gespreid over vier jaar (2011-2015). De interuniversitaire samenwerking werd op 9 mei tijdens een kick-off meeting in de Universitaire Stichting in Brussel opgestart.

Projectleider professor Luc Deliens van de vub-UGent Onderzoeksgroep Zorg rond het levenseinde: “Vlaanderen staat aan de top in Europa m.b.t. onderzoek naar de zorg rond het levenseinde en samenwerking kan deze toppositie alleen maar versterken. Onze universiteiten hebben de expertise in huis om de bestaande problemen en uitdagingen in de palliatieve zorg op een academische wijze te analyseren en gefundeerde en bruikbare oplossingen aan te reiken. Vlaanderen kan hierdoor doorgroeien tot een wereldwijd expertisecentrum in palliatieve zorg.”

Vlaams minister van Innovatie Ingrid Lieten: "We staan voor een aantal grote maatschappelijke uitdagingen waarop we nog geen antwoord hebben zoals de vergrijzing en verzilvering van onze bevolking. Dit project is een perfect voorbeeld van hoe innovatie mee kan helpen naar het zoeken van oplossingen voor die grote maatschappelijke uitdagingen. Een waardig levenseinde en goede palliatieve zorg zijn namelijk bijzonder belangrijk. Met een steun van 2,7 miljoen euro is dit trouwens één van de grootste projecten die IWT steunt."

Het FLIECE project is de opvolger van het MELC project dat eveneens gefinancierd werd door IWT Vlaanderen (Monitoring quality of End-of-Life Care, 2006-2010). Het MELC project heeft aangetoond dat de zorg aan het einde van het leven niet altijd optimaal gebeurt. Een aantal voorbeelden: 1) 61% van de kankerpatiënten sterft in het ziekenhuis terwijl de meerderheid thuis wil sterven, 2) twee a drie maanden voor de dood heeft slechts een derde van de patiënten een palliatief behandeldoel en 3) aan hun sterfbed hebben slechts 32% van de patiënten een voorafgaande zorgplanning opgesteld waarin ze aangeven hoe ze behandeld willen worden aan het einde van hun leven.

“In vele gevallen is de manier waarop men sterft jammer genoeg nog te veel een kwestie van geluk hebben, en afhankelijk van toevallige factoren zoals het type van arts dat men heeft, de beschikbaarheid van palliatieve zorg, en de aanwezigheid van een levenseindebeleid in ziekenhuizen en woonzorgcentra”, zegt professor Chantal Van Audenhove van het LUCAS centrum voor Zorgonderzoek van de KULeuven.

In het FLIECE project zullen richtlijnen ontwikkeld en geïmplementeerd worden met betrekking tot:
  • de preventie van onnodige ziekenhuisopnames in de laatste fase van het leven
  • het tijdig herkennen van palliatieve noden door huisartsen
  • het tijdig herkennen van palliatieve noden in woonzorgcentra
  • optimale levenseindecommunicatie met de patiënt
Vertegenwoordigers uit de palliatieve zorgsector, de eerstelijnszorg, de institutionele ouderenzorg en het gezondheidsbeleid hebben hun steun en actieve medewerking aan het onderzoek toegezegd. Het FLIECE project slaat hiermee ook een brug tussen de academische wereld en het werkveld van de palliatieve zorg, alsook met het gezondheidszorgbeleid.
10 mei 2011 09u13
zie ook rubriek