Chromosomenonderzoek nuttig bij darmkanker

Afwijkingen in de chromosomen en eiwitten van tumoren bij patiënten met darmkanker geven nuttige informatie over de kans op genezing. En dat is weer belangrijk bij de beslissing rond eventuele aanvullende behandelingen van individuele patiënten. Nu wordt het tumorstadium van een darmkankertumor bepaald op basis van microscopisch histologisch onderzoek, maar op microarray gebaseerde methoden blijken veel gedetailleerder informatie te geven. Op 27 mei promoveert Rebecca Brosens op dit onderzoek.
arts-onderzoeker en chirurg in opleiding Rebecca Brosens keek naar afwijkingen in de chromosomen en eiwitten bij patiënten met kanker' style='color:#00896e;border-bottom:1px dotted #00896e;'>darmkanker. Zij vond dat binnen hetzelfde tumorstadium onderling grote verschillen bestonden in de chromosomen en eiwitexpressie. Deze chromosomale- en eiwitveranderingen voorspelden de klinische uitkomst van de patiënten.

Zij voerde de experimenten uit in het laboratorium van het VUmc Cancer Centrum Amsterdam, op de Tumor Profiling Unit. Hiervoor gebruikte zij op microarray gebaseerde methoden om dna geïsoleerd uit darmkanker en eiwitexpressie in darmkanker te analyseren. Een microarray, ook wel dna-chip genoemd, is een plaatje waarin het complete genoom van een bepaald organisme zichtbaar is. Met behulp van de microarray kan men de hoeveelheid DNA van duizenden fragmenten van het genoom in tumorcellen vergelijken met de hoeveelheid in gezonde cellen.

In haar onderzoek vond Brosens sterke aanwijzingen dat het zinvol is om darmkankertumoren op chromosoomniveau te bekijken. Wanneer er nauwkeuriger wordt gekeken naar de tumor zal de prognose beter zijn en kan de behandeling per patiënt meer op maat gemaakt, wat uiteindelijk de genezing van individuele patiënten met kanker zal verbeteren.
In Nederland worden jaarlijks 12.000 nieuwe patiënten met darmkanker gediagnosticeerd en rond de 5.000 patiënten per jaar sterven hieraan.
27 mei 2011 09u52
zie ook rubriek