Numerus clausus opheffen politieke prioriteit voor nieuwe regering

Dat zegt Renaud Witmeur (PS), voormalig kabinetschef op sociale zaken en volksgezondheid in een interview met de Specialisten. Witmeur, niet zo bekend in Vlaanderen, is als huidig kabinetschef van de Waalse minister-president Rudy Demotte nog steeds erg invloedrijk. Voor hem staat het ook vast dat de medische consumptie in alle regio’s van het land identiek is.
Erg bekend is Renaud Witmeur niet in Vlaanderen. Nochtans is hij gepokt en gemazeld in de coulissen van de macht. Momenteel is Witmeur actief als kabinetschef van de Waalse minister-president Rudy Demotte (PS). Hij blijft ook in de gezondheidszorg invloedrijk gezien zijn voorzitterschap van het Brusselse universitaire ziekenhuis Brugmann. Door zijn vroegere en huidige activiteiten is Witmeur goed geplaatst om commentaar te leveren bij de aanslepende regeringsonderhandelingen.

In het interview met de Specialisten onderstreept Renaud Witmeur dat anno 2011 “de medische consumptie van de Belgen globaal genomen dezelfde is. Of ze nu in Aarlen, Brussel of Veurne wonen. Er is geen enkele gedocumenteerde aanwijzing van overconsumptie in een regio waardoor de eis tot splitsing van de gezondheidszorg gerechtvaardigd zou zijn,” dixit Witmeur.

Daarnaast moet het schrappen van de numerus clausus een politieke prioriteit zijn, vindt hij. “Tegenover redelijke argumenten houdt de planning van het medisch aanbod geen steek meer. Meer artsen opleiden is opportuun opdat de ziekenhuizen en de patiënten over een ruime keuze professionals zouden beschikken.” Bovendien is het volgens Witmeur ook noodzakelijk voor de Belgische economie, om een leidende rol te behouden in de farmaceutische sector. “Als we farmabedrijven willen overtuigen om in België te blijven of hier te investeren dan is de aanwezigheid van hooggekwalificeerde arbeidskrachten onontbeerlijk. Het is trouwens onzinnig dat men mensen die slagen in hun geneeskundestudies niet garandeert dat ze het beroep, waarvoor ze kozen, niet zouden kunnen uitoefenen.”

Als hij terugblikt op zijn periode als kabinetschef op sociale zaken is hij vooral tevreden over de realisatie van het budgettaire evenwicht in de ziekteverzekering, vertelt hij aan de Specialisten. “Er waren uiteraard een aantal moeilijke momenten. Gezien het belangrijke budgettair deficit hebben we toen een omvattend plan uitgerold via een speciale volmachtenwet. Zo probeerde de minister het budgettaire evenwicht terug te vinden. Dat heeft echter heel wat tijd en energie gevraagd.” Het gevolg was wel dat er geen tijd overbleef voor andere prioriteiten. Ik betreur bijvoorbeeld dat we niet verder zijn gegaan in het debat over de ziekenhuisaccreditering.
27 mei 2011 09u55
zie ook rubriek