In 2007 werd het pneumokokkenvaccin PCV7 in het Belgische vaccinatieschema van jonge kinderen opgenomen. In 2009 kwamen 2 nieuwe pneumokokkenvaccins op de markt: PCV 10 en PCV13. Onderzoekers van de Universiteit Antwerpen bekeken deze nieuwe vaccins in opdracht van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE).
Ze stelden vast dat de vaccins een hogere bescherming bieden dan het huidige vaccin, PCV7. Het is dus medisch aan te raden om het huidige vaccin te vervangen en een van de 2 nieuwe op te nemen in het vaccinatieprogramma. De uiteindelijke keuze hangt af van hun kostprijs en de voorkeur van de beleidsmaker. als hij vooral eerder zeldzame, maar ernstige aandoeningen wil voorkomen, is PCV13 de meest wenselijke optie. als hij vooral bij veel kinderen milde gevallen, zoals oorontsteking, wil voorkomen, lijkt de voorkeur naar PCV10 te gaan. Het KCE beveelt aan om een aanbestedingsprocedure uit te schrijven om betere prijzen te verkrijgen. Het huidige schema van 3 vaccinatiedosissen wordt best behouden, er wordt best geen extra 4e dosis toegediend.
De pneumokokkenbacterie is de belangrijkste oorzaak van long -en oorontstekingen Daarnaast veroorzaakt de bacterie ook de minder vaak voorkomende invasieve pneumokokken ziekten (IPD). Dit zijn levensbedreigende aandoeningen, zoals hersenvliesontsteking en bloedvergiftiging. Oorontstekingen komen vooral bij jonge kinderen voor, terwijl IPD naast jonge kinderen vooral oudere volwassenen treft. Er bestaan meer dan 90 varianten van de pneumokok (‘serotypes’), die elk in verschillende mate de verschillende aandoeningen kunnen veroorzaken. De huidige vaccins zijn gericht op een aantal specifieke serotypes, die vooral de meest ernstige ziekten veroorzaken .
In 2005 waren er in België nog meer dan 1 400 gevallen van invasieve ziekten, met 53 sterfgevallen. Daarnaast meldden de huisartsen 21 000 oor- en 4 300 longontstekingen, waarvan bijna de helft werd veroorzaakt door pneumokokken. Vanaf 2007 werd beslist om het PCV7 vaccin, dat 7 types dekt, op te nemen in het vaccinatieprogramma voor kinderen. Ruim 80% van de kinderen in België werd op die manier gevaccineerd.
Ondanks deze vaccinaties was er slechts een halvering van het aantal invasieve ziekten, terwijl Intego, een registratienetwerk van huisartsen, geen impact vaststelde op het aantal oor- en longontstekingen. Dit tegenvallende resultaat komt waarschijnlijk doordat pneumokokken hoe langer hoe resistenter tegen antibiotica worden, en door de toename van serotypes, die niet in het vaccin zitten (serotypevervanging). In de VS stelde men na algemene vaccinatie een grote vermindering van IPD gevallen bij niet-gevaccineerden vast. Deze zogenaamde ‘groepsimmuniteit’ kon in België niet worden vastgesteld.
Ondertussen werden er 2 nieuwe vaccins ontwikkeld: PCV10 en PCV13. Zij bevatten de 7 types van PCV7, én bijkomende types die nu verantwoordelijk zijn voor een groot deel van de IPD gevallen. Het KCE rapport toonde aan dat het medisch wenselijk en kosteneffectief is om in het huidige vaccinatie programma PCV7 te vervangen door PCV10 of PCV13. Het is minder evident om tussen een van de 2 nieuwe vaccins te kiezen. Er zijn nog veel onzekerheden, oa over de toename van nieuwe serotypes en groepsimmuniteit op termijn. PCV10 zou mogelijks een grotere bescherming tegen oorontsteking bieden, terwijl PCV13 meer types dekt die IPD veroorzaken.
De keuze tussen beide zal dus afhangen van de voorkeur van de beleidsmaker. Als hij vooral ernstige gevallen wil voorkomen bij een kleine groep mensen , dan is PCV13 de meest wenselijke optie. Als hij vooral oorontstekingen bij veel kinderen wil voorkomen, zijn er argumenten om eerder PCV10 te verkiezen. Op basis van de prijzen die de makers van de vaccins nu vragen, lijkt PCV10 nu interessanter. Bij gelijke prijzen zou PCV13 dan weer aantrekkelijker zijn. Het KCE beveelt aan om een aanbestedingsprocedure uit te schrijven zodat de best mogelijke prijzen kunnen bekomen worden.
Het KCE rapport toonde ook aan dat een schema op basis van 3 vaccindosissen kosteneffectiever is dan één op basis van 4. Momenteel heeft alleen PCV13 een licentie voor beide schema’s.
In de toekomst zal de verdere evolutie van de serotypevervanging en de groepsimmuniteit moeten worden opgevolgd, zodat het vaccinatieprogramma eventueel tijdig kan worden bijgestuurd.
De pneumokokkenbacterie is de belangrijkste oorzaak van long -en oorontstekingen Daarnaast veroorzaakt de bacterie ook de minder vaak voorkomende invasieve pneumokokken ziekten (IPD). Dit zijn levensbedreigende aandoeningen, zoals hersenvliesontsteking en bloedvergiftiging. Oorontstekingen komen vooral bij jonge kinderen voor, terwijl IPD naast jonge kinderen vooral oudere volwassenen treft. Er bestaan meer dan 90 varianten van de pneumokok (‘serotypes’), die elk in verschillende mate de verschillende aandoeningen kunnen veroorzaken. De huidige vaccins zijn gericht op een aantal specifieke serotypes, die vooral de meest ernstige ziekten veroorzaken .
In 2005 waren er in België nog meer dan 1 400 gevallen van invasieve ziekten, met 53 sterfgevallen. Daarnaast meldden de huisartsen 21 000 oor- en 4 300 longontstekingen, waarvan bijna de helft werd veroorzaakt door pneumokokken. Vanaf 2007 werd beslist om het PCV7 vaccin, dat 7 types dekt, op te nemen in het vaccinatieprogramma voor kinderen. Ruim 80% van de kinderen in België werd op die manier gevaccineerd.
Ondanks deze vaccinaties was er slechts een halvering van het aantal invasieve ziekten, terwijl Intego, een registratienetwerk van huisartsen, geen impact vaststelde op het aantal oor- en longontstekingen. Dit tegenvallende resultaat komt waarschijnlijk doordat pneumokokken hoe langer hoe resistenter tegen antibiotica worden, en door de toename van serotypes, die niet in het vaccin zitten (serotypevervanging). In de VS stelde men na algemene vaccinatie een grote vermindering van IPD gevallen bij niet-gevaccineerden vast. Deze zogenaamde ‘groepsimmuniteit’ kon in België niet worden vastgesteld.
Ondertussen werden er 2 nieuwe vaccins ontwikkeld: PCV10 en PCV13. Zij bevatten de 7 types van PCV7, én bijkomende types die nu verantwoordelijk zijn voor een groot deel van de IPD gevallen. Het KCE rapport toonde aan dat het medisch wenselijk en kosteneffectief is om in het huidige vaccinatie programma PCV7 te vervangen door PCV10 of PCV13. Het is minder evident om tussen een van de 2 nieuwe vaccins te kiezen. Er zijn nog veel onzekerheden, oa over de toename van nieuwe serotypes en groepsimmuniteit op termijn. PCV10 zou mogelijks een grotere bescherming tegen oorontsteking bieden, terwijl PCV13 meer types dekt die IPD veroorzaken.
De keuze tussen beide zal dus afhangen van de voorkeur van de beleidsmaker. Als hij vooral ernstige gevallen wil voorkomen bij een kleine groep mensen , dan is PCV13 de meest wenselijke optie. Als hij vooral oorontstekingen bij veel kinderen wil voorkomen, zijn er argumenten om eerder PCV10 te verkiezen. Op basis van de prijzen die de makers van de vaccins nu vragen, lijkt PCV10 nu interessanter. Bij gelijke prijzen zou PCV13 dan weer aantrekkelijker zijn. Het KCE beveelt aan om een aanbestedingsprocedure uit te schrijven zodat de best mogelijke prijzen kunnen bekomen worden.
Het KCE rapport toonde ook aan dat een schema op basis van 3 vaccindosissen kosteneffectiever is dan één op basis van 4. Momenteel heeft alleen PCV13 een licentie voor beide schema’s.
In de toekomst zal de verdere evolutie van de serotypevervanging en de groepsimmuniteit moeten worden opgevolgd, zodat het vaccinatieprogramma eventueel tijdig kan worden bijgestuurd.