Vandeurzen vraagt Onkelinx normen pediatrische zorgprogramma's te herzien

In een brief aan de federale minister van sociale zaken en volksgezondheid Laurette Onkelinx (PS) vraagt Vlaams minister van volksgezondheid Jo Vandeurzen (Cd&V) de normen van de zorgprogramma's voor kinderen te willen herzien. Of dit minstens in overweging te willen nemen.
Vandeurzen stelt immers vast dat er een tekort is aan pediaters. Dit terwijl een pediatrisch zorgprogramma in een ziekenhuis vanaf 1 januari volgend jaar om erkend te blijven minstens moet beschikken over vier voltijds equivalenten pediaters. Het gevolg zou zijn dat een vierde van de kinderafdelingen hun deuren zouden moeten sluiten.

De Vlaamse minister wijst er op dat de Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen (NRZV) al in 2008 adviseerde om de verhoging van het actuele aantal van drie pediaters naar vier in 2012 te schrappen. Hiervoor is geen medisch draagvlak wegens een te hoge wachtbelasting, zo luidde het. Bovendien komen na kantooruren en in de weekends er steeds meer kinderen toe op de spoed. En ook bij bevallingen zijn kinderartsen vaak aanwezig. Met als gevolg dat steeds meer jonge kinderartsen afhaken.

Daarom, zo stelt Vandeurzen in zijn brief, pleiten sommigen ervoor om pediatrische zorgprogramma's via associaties of netwerken over verschillende ziekenhuizen te laten samenwerken. Andere mogelijkheid is het onderscheid te maken tussen een programma basiszorg en een programma gespecialiseerde zorg.

Een pediatrische basisfunctie zou de aanwezigheid van een kinderarts overdag in elk ziekenhuis garanderen. Naast dagbehandeling impliceert dit ook behandeling van kinderen op de materniteit, poliklinische zorg en ondersteuning van de eerste lijn.

De gespecialiseerde zorg impliceert zware pathologie zoals intensieve zorgeenheden voor kinderen, kinderhartchirurgie, kinderoncologie, mucovisidosepatiênten, ernstige diabetes, dialyse en transplantatieprogramma's. Hiervoor is een meer gespecialiseerde personeels- en infrastructuuromkadering nodig.

Omwille van al het voorgaande vraagt Vandeurzen dus een aanpassing van de zorgprogramma's voor kinderen. De Vlaamse minster is voorstander van een gedifferentieerd zorgaanbod, het voorzien van formele samenwerkingsverbanden tussen ziekenhuizen om de zorgcontinuïteit voor het kind te garanderen en een maximale invulling van de huidige lacunes in het zorgaanbod voor kinderen. Meer bepaald denkt Vandeurzen dan aan de erkenning van intensieve zorg voor kinderen, de link met het tekort aan zorg voor psychische aandoeningen bij kinderen enz.