Volgens Bvas-voorzitter Marc Moens maakt het wetontwerp tot uitbreiding van het beroepsgeheim dat gisteren werd goedgekeurd door de Kamercommissie, het er voor de artsen niet eenvoudiger op.
"Er wordt weliswaar geen spreekplicht opgelegd om seksueel misbruik mee te delen, maar doet men dit niet, dan kan de zorgverlener - in deze meestal de huisarts, soms ook de pediater - wel voor schuldig verzuim worden vervolgd, uiteraard als aan de nodige de voorwaarden voldaan is", leidt Marc Moens af uit de lectuur van het wetsontwerp. "Ik vrees dat de nieuwe wettelijke situatie een nog zwaardere druk op de artsen legt dan de bestaande onzekerheden waar in het Parlement werd over gedebatteerd", meent Moens. Het wetsontwerp roept ook heel wat vragen op: "Wat moeten de artsen doen als derden informeren over dergelijke feiten? Detective spelen of detectives inhuren vooraleer iets bekend te maken? Wat is kwetsbaar als gevolg van zijn leeftijd? En vanaf welke leeftijd dan? Er zitten nog heel wat onduidelijkheden in het ontwerp. Niet eenvoudig en zeker niet geruststellend voor collegae die met zo'n delicate situaties te maken krijgen", aldus Moens.
Die bezorgdheid wordt ook gedeeld door de proffen huisartsgeneeskunde Jan De Lepeleire (KUL) en Dirk Devroey (vub). "We zijn geen onderzoeksrechters. We moeten niet het verlengstuk van het gerecht worden. De relatie tussen de huisarts en zijn patiënt is gebaseerd op vertrouwen. Een patiënt zal er het zwijgen toe doen als hij weet dat zijn huisarts mee naar het gerecht stapt", stelt Jan De Lepeleire.
"Het wetsontwerp biedt weinig rechtszekerheid en creëert dubbelzinnigheid", meent Dirk Devroey. Zo vindt hij het te ver gaan dat artsen voortaan ook rekening moeten houden met wat een derde persoon vertelt. "Dan moeten we eerst onze bronnen checken voor we iets melden en dat kan toch niet de bedoeling zijn." Naar analogie met de vertrouwenscentra voor kindermishandeling bij minderjarigen pleiten de huisartsen daarom voor vertrouwenscentra voor volwassenen.
Een voorstel dat ook gedragen wordt door de Orde van Geneesheren die adviseert om, zolang er niet dergelijke vertrouwenscentra voor volwassenen zijn, te overleggen met collega's of bij twijfel advies te vragen aan de Orde.
Die bezorgdheid wordt ook gedeeld door de proffen huisartsgeneeskunde Jan De Lepeleire (KUL) en Dirk Devroey (vub). "We zijn geen onderzoeksrechters. We moeten niet het verlengstuk van het gerecht worden. De relatie tussen de huisarts en zijn patiënt is gebaseerd op vertrouwen. Een patiënt zal er het zwijgen toe doen als hij weet dat zijn huisarts mee naar het gerecht stapt", stelt Jan De Lepeleire.
"Het wetsontwerp biedt weinig rechtszekerheid en creëert dubbelzinnigheid", meent Dirk Devroey. Zo vindt hij het te ver gaan dat artsen voortaan ook rekening moeten houden met wat een derde persoon vertelt. "Dan moeten we eerst onze bronnen checken voor we iets melden en dat kan toch niet de bedoeling zijn." Naar analogie met de vertrouwenscentra voor kindermishandeling bij minderjarigen pleiten de huisartsen daarom voor vertrouwenscentra voor volwassenen.
Een voorstel dat ook gedragen wordt door de Orde van Geneesheren die adviseert om, zolang er niet dergelijke vertrouwenscentra voor volwassenen zijn, te overleggen met collega's of bij twijfel advies te vragen aan de Orde.