Borstkankerscreening weer onder vuur

Een nieuwe studie in de Britisch Medical Journal plaatst opnieuw grote vraagtekens bij de doeltreffendheid van grootschalige borstkankerscreenings. Het aantal vrouwen dat overlijdt aan de gevolgen van borstkanker is de voorbije jaren wel gedaald, maar volgens de onderzoekers is dat te danken aan geavanceerde behandelingen, en niet aan de systematische screeningsprogramma's.
Per 1.000 gescreende vrouwen ontdekken de artsen gemiddeld zo'n 4 tumoren, die dan vroeger kunnen behandeld worden. De onderzoekers van het International Prevention Research Center in Lyon wilden in kaart brengen of die aanpak effectief lijdt tot minder overlijdens na borstkanker. Ze bekeken daarvoor de borstkankersterfte in zes Europese landen. Telkens werden twee buurlanden vergeleken, waarbij het ene land zijn screeningsprogramma veel sneller opstartte dan het andere. Ook de Vlaamse en Nederlandse situatie werd onder de loep genomen. Daaruit bleek dat een latere invoering van borstkankerscreening niet voor een hoger sterftecijfer zorgde. De sterftecijfers in Nederland (waar de gratis screening tien jaar eerder werd ingevoerd) en Vlaanderen lopen al dertig jaar gelijk. Voor sommige specialisten het bewijs dat zo'n systematische borstonderzoeken hun preventief nut niet hardmaken.

Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid benadrukt intussen de positieve resultaten van het bevolkingsonderzoek naar borstkanker. Voorlopig zijn er geen plannen om dat bij te sturen. "Dankzij het bevolkingsonderzoek naar borstkanker in Vlaanderen worden intussen 48% van de vrouwen tussen 50 en 69 jaar tweejaarlijks gescreend op borstkanker. Dat betekent 358.650 vrouwen in 2008-2009. Bij 4 tot 5 op de 1000 vrouwen wordt borstkanker vastgesteld. Jaarlijks gaat het om ongeveer 800 vrouwen. Belangrijk is dat dankzij de georganiseerde screening bij 23 tot 30 % van die vrouwen de borstkanker in een vroeg stadium kon worden opgespoord. Dat betekent een kleinere ingreep voor de vrouw en een overlevingskans van 93% na 5 jaar. Vlaanderen volgt met zijn bevolkingsonderzoek de Europese aanbevelingen, die gebaseerd zijn op uitgebreid internationaal wetenschappelijk onderzoek. Die aanbevelingen worden permanent getoetst en zo nodig aangepast aan nieuwe onderzoeken en inzichten. Vlaanderen voorziet ook een eigen evaluatie van het bevolkingsonderzoek na het aflopen van de huidige gezondheidsdoelstelling in 2012."