Ethisch kader voor seksualiteit bij geriatrische patiënten in de maak

Het Centrum voor biomedische ethiek en recht (KU-Leuven) werkt aan een klinisch-ethisch referentiekader voor goede zorg met betrekking tot seksualiteit en intimiteit bij geïnstitutionaliseerde –dementerende- ouderen. En aan richtlijnen voor ethisch verantwoorde zorg door verpleegkundigen. Het project zou tegen 2014 rond moeten zijn. Dat meldt het 14-daagse blad de Specialisten.
Lieslot Mahieu is er onder leiding van ethicus professor Chris Gastmans al sinds september 2010 mee bezig. Dat gebeurt in het kader van haar doctoraat. “In oktober,” legt Mahieu in de Specialisten uit, “start naar de kennis en attitudes van verpleegkundigen een grootschalige survey in de woon- en zorgcentra. Simultaan hiermee verkennen we het onderwerp filosofisch.”

Een literatuurstudie over de percepties van verpleegkundigen is ondertussen afgerond en gepubliceerd in de ‘International Journal of Nursing Studies’. Mahieu screende diverse databanken op empirische literatuur over kennis, attitudes en ervaringen van verpleegkundigen ten aanzien van seksualiteit bij geïnstitutionaliseerde ouderen. Ze weerhield 18 relevante studies waarvan 14 met een kwantitatieve en 4 met een kwalitatieve onderzoeksmethode.

Uit de kwantitatieve onderzoeken blijkt een doorgaans positieve attitude van verpleegkundigen. Bij dementerenden blijft het wel een heikel punt, stelt ze in de Specialisten. “Het kennisniveau is erg laag. Verpleegkundigen erkennen bepaalde noden en verlangens maar de invloed van de vele stereotypes en vooroordelen over ouderenseksualiteit blijven groot. De review toont wel aan dat educatieve tussenkomsten attitudes en kennis positief beïnvloeden.”

De vier kwalitatieve studies sluiten dichter aan bij de vele vooroordelen die over ouderenseksualiteit maatschappelijk gangbaar zijn. Het gedrag van de ouderen bepaalt sterk de manier waarop de verpleegkundigen ermee omgaan. Liefdevolle zorg -zijnde genegenheid, verlangen, sensualiteit, het zich aangetrokken voelen door de ander- wordt getolereerd. Sommige verpleegkundigen moedigen het zelfs aan. Ouderen die zich romantisch gedragen –verliefd zijn waarbij men de ander idealiseert – lokken uiteenlopende reacties uit. Verpleegkundigen negeren dit of vinden het gedrag eerder amusant. “Humor,” dixit Mahieu in de Specialisten, “is een coping strategie maar functioneert ook als een vorm van sociale controle.” Erotiek (seksueel verlangen) ten slotte zorgt voor veeleer negatieve reacties. Verpleegkundigen voelen zich ongemakkelijk, beschaamd en nemen er vaak aanstoot aan. Vooral bij kwetsbare ouderen is de grens tussen erotisch gedrag en seksueel misbruik erg vaag.

Blijkt ook dat de attitudes van verpleegkundigen vooral de invloed ondergaan van de organisatie waarin ze werken en het eigen comfortniveau ten aanzien van seks en seksualiteit. Mahieu voegt hieraan toe “dat een positieve, tolerante houding de levens- en zorgkwaliteit van de ouderen ten goede komt. Negatieve attitudes echter dragen veelal bij tot disempowerment en disablement van residenten en zorgverleners. Goed onderwijs kan een belangrijke rol spelen bij de creatie van een positiever open klimaat ten aanzien van ouderenseksualiteit,” besluit ze in de Specialisten.
21 sep 2011 10u45