De dienst longziekten van het UZA ontwikkelde een nieuwe beeldvormingstechniek op basis van een CT-scan van de thorax waardoor het voor het eerst mogelijk wordt om een gedetailleerd beeld te krijgen van de verschillende zones in de longen. Tot voorheen bestond enkel de longfunctietest die geen beeld gaf over welk deel van de long beschadigd was. Patiënten met COPD (*) of astma bij wie medicatie niet meer helpt, kunnen nu toch geholpen worden met een behandeling op maat.
In België lijden meer dan 700.000 patiënten aan copd (*). Door de veroudering van de bevolking komt de ziekte vaker voor. copd manifesteert zich meestal tussen de leeftijd van 60 en 80 jaar, maar kan ook al op jongere leeftijd voorkomen. Voor sommige van deze patiënten werkt een behandeling met geïnhaleerde medicijnen op een bepaald moment niet meer en vaak zijn zij dan ten einde raad. Dankzij de nieuwe - door het uza ontwikkelde - beeldvormingstechniek kunnen zij een gepersonaliseerde behandeling krijgen.
Tot voor kort had men geen beeld van de verschillende regio’s in de longen. Nu kan men echter precies bepalen welke delen van de longen werden aangetast en welke behandeling het meest aangewezen is: een welbepaald stuk van de long weghalen, een longzone kleiner maken of een transplantatie van één of beide longen. Dankzij deze nieuwe techniek kan dus gericht gekozen worden voor behandelingen die dan een grotere kans op succes hebben.
Ook voor de 400.000 astma-patiënten in België kan men vanaf nu een meer geïndividualiseerde behandeling toepassen. Zo kan men op de scans duidelijk zien of de partikeltjes in de longen bij inhalatietherapie wel juist worden verspreid en kan men eventueel ingrijpen met aangepaste inhalatiemedicatie.
De zeer positieve resultaten van de klinische studies rond deze nieuwe beeldvormingstechniek werden afgelopen week voorgesteld tijdens het jaarlijks Europees congres van het ERS (European Respiratory Society) in Amsterdam.
Tot voor kort had men geen beeld van de verschillende regio’s in de longen. Nu kan men echter precies bepalen welke delen van de longen werden aangetast en welke behandeling het meest aangewezen is: een welbepaald stuk van de long weghalen, een longzone kleiner maken of een transplantatie van één of beide longen. Dankzij deze nieuwe techniek kan dus gericht gekozen worden voor behandelingen die dan een grotere kans op succes hebben.
Ook voor de 400.000 astma-patiënten in België kan men vanaf nu een meer geïndividualiseerde behandeling toepassen. Zo kan men op de scans duidelijk zien of de partikeltjes in de longen bij inhalatietherapie wel juist worden verspreid en kan men eventueel ingrijpen met aangepaste inhalatiemedicatie.
De zeer positieve resultaten van de klinische studies rond deze nieuwe beeldvormingstechniek werden afgelopen week voorgesteld tijdens het jaarlijks Europees congres van het ERS (European Respiratory Society) in Amsterdam.