Het ziekenhuismonster

Met de nodige creativiteit wordt onze veestapel nog steeds met onvindbare hormonen ,,behandeld''. De hormonenmaffia blijkt een monster met veel koppen te zijn. Hakt men er hier één af, dan verschijnen er elders wel nieuwe. En het monster manifesteert zich niet alleen onder de vorm van hormonen, maar ook onder die van antibiotica. Het onoordeelkundig gebruik van antibiotica in de geneeskunde én in de diergeneeskunde zorgt voor een enorm resistentieprobleem. Meer mensen zullen sterven aan de gevolgen van een onbehandelbare infectie, omdat onze antibiotica niet meer zullen werken.
Ook de bacterie' style='color:#00896e;border-bottom:1px dotted #00896e;'>ziekenhuisbacterie doet zijn voordeel bij al dat antibioticagebruik. De reportage in het VRT-programma Panorama van afgelopen zondag had alvast die verdienste dat het publiek gesensibiliseerd werd. Maar ze had ook tekortkomingen, want het probleem van de ziekenhuisbacterie is veel complexer. De mrsa-bacterie leeft immers niet alleen in ziekenhuizen, maar ook in rusthuizen, scholen, op het werk ja, bij iedereen.

Verder verwijten de programmamakers sommige ziekenhuizen dat ze ,,cijfers achterhouden''. Maar uit goede bron weten we dat de programmamakers niet bereid waren enkele uren uit te trekken voor wat scholing bij de artsen' style='color:#00896e;border-bottom:1px dotted #00896e;'>artsen die hun reserves hadden bij het vrijgeven van de cijfers. De ene mrsa is namelijk de andere niet, en dat wisten zij niet op het moment van de telefonische enquête.

Toch kaartte de journalist in kwestie een aantal pijnpunten aan die de goede zaak dienen. Wij sluiten ons daarbij aan en gaan nog een stap verder. We pleiten voor ,,propere handen'' door een subsidiëring van de dure alcoholische gels in ziekenhuizen, rust- en verzorgingstehuizen én de thuisverpleging. Daarnaast moet een wetgeving de arts-ziekenhuishygiënist meer daadwerkelijke slagkracht geven. Ziekenhuizen die hun antibioticaverbruik substantieel doen dalen moeten beloond worden - net als de ambulante sector. En de farmaceutische industrie moet de productie van oude antibiotica waarborgen. De ondergedoseerde generische antibiotica moeten eruit en nieuwe antibiotica kunnen niet zomaar in de eerste lijn. En ten slotte: de beperking van het preventief gebruik van de antibiotica in de chirurgie moet gehandhaafd en uitgebreid worden.

De farmaceutische industrie moet op dat vlak haar verantwoordelijkheid nemen en haar budget voor de pure marketing beperken. En het aantal artsenbezoekers moet naar Nederlandse normen verkleinen. De hoog opgeleide werknemers kunnen dan hun professionele weg vinden in onderzoek en ontwikkeling (die ook van overheidswege meer investeringen verdienen). De overheid moet daarom de farmaceutische industrie ook als werkgever erkennen en naar waarde schatten. Aan de ene kant is de gezondheidszorg geen vrije markt waar het kapitalisme ongebreideld zijn gang gaat, aan de andere kant mogen investeringen, werkgelegenheid en innovatie ook beloond worden.

Het is trouwens duidelijk dat het pillengebruik in het algemeen en antibioticaverbruik in het bijzonder een Europees probleem is. Hoe noordelijker in Europa, hoe minder antibioticaverbruik er is en hoe minder resistent de bacteriën zijn. Hoe zuidelijker, hoe groter het probleem. Zo kent Franstalig België een groter resistentieprobleem dan Vlaanderen. Dit probleem vraagt dan ook om een Europese aanpak. Je kunt dit monster alleen maar bestrijden met een dringende structurele samenwerking tussen de overheid, artsen, veeartsen, de farmaceutische industrie, de landbouwindustrie en de EU.
10 jan 2006
meer over
zie ook rubriek