Een op de zeven Belgen leeft onder armoedegrens

In 2009 moest 14,6 procent van de Belgen rondkomen met een inkomen onder de armoedegrens. Dat blijkt uit cijfers van de FOD Economie. Het risico op armoede blijft daarmee stabiel in vergelijking met 2008.

rvs

De Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie van de FOD Economie maakte vrijdag de cijfers bekend van EU-SILC-enquête, een jaarlijks Europees onderzoek naar de inkomens en leefomstandigheden. Voor de enquête worden jaarlijks zo'n 6.000 Belgische gezinnen, of 11.000 mensen, ondervraagd.

Volgens dat onderzoek hadden 14,6 procent van de Belgen in 2009 een inkomen dat lager ligt dan de armoedegrens. Dat is exact hetzelfde percentage als in 2008.

Daarnaast blijkt uit de statistieken dat het armoedecijfer in Wallonië met 17,7 procent nog altijd een pak hoger ligt dan in Vlaanderen (10,4 procent). Het verschil wordt dus iets kleiner dan in 2008 (18,4 % tegen 10,1%).

Vrouwen leven met 15,2 procent nog altijd vaker onder de armoedegrensdan mannen (13,9 procent). Andere kwetsbare groepen zijn alleenstaande ouders (35,3 procent) en 65-plussers (19,4 procent).

Voor een alleenstaande ligt de armoedegrens op een inkomen van 973 euro per maand. De drempel ligt iets hoger dan het jaar voordien (966 euro), omdat hij berekend wordt ten opzichte van het mediaan beschikbare inkomen op individueel niveau. Voor een gezin met twee volwassenen en twee kinderen ligt de armoedegrens op 2.044 euro.