HPV vaccinatie beschermt gedeeltelijk tegen baarmoederhalskanker, maar screening blijft uiterst belangrijk

Baarmoederhalskanker wordt veroorzaakt door een virus, het Humaan Papilloma Virus (HPV). Daartegen zijn nu twee vaccins beschikbaar. Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) onderzocht de werkzaamheid van deze vaccins, de kosteneffectiviteit en de impact op het budget van de ziekteverzekering. Het KCE stelde vast dat de vaccins tegen een deel van de HPV virussen beschermen en dus naar schatting tot de helft van de baarmoederhalskankers kunnen helpen voorkomen. Screening op baarmoederhalskanker door een uitstrijkje blijft noodzakelijk, zelfs na vaccinatie. Een daling van de deelname aan screening kan zelfs het positief effect van vaccinatie teniet doen. Een gecombineerd vaccinatie- en screeningsregister zou zeer nuttig zijn.
Dankzij screening is het aantal gevallen van alskanker' style='color:#00896e;border-bottom:1px dotted #00896e;'>baarmoederhalskanker in België sterk gedaald, ook al is die screening niet echt optimaal georganiseerd in ons land. In België wordt de diagnose van baarmoederhalskanker jaarlijks nu nog bij ongeveer 600 vrouwen gesteld, en meer dan een derde zal er ook aan overlijden. Het is een kanker die door een veel voorkomend virus veroorzaakt wordt, het Humaan Papilloma virus (hpv). Meestal verdwijnt een hpv infectie spontaan maar uitzonderlijk wordt de infectie chronisch en kan dan na jaren aanleiding geven tot baarmoederhalskanker. De infectie en de daaruit volgende kanker, kunnen in principe voorkomen worden door vaccinatie. Twee HPV vaccins zijn nu beschikbaar in België, waarvan er één (gardasil) binnenkort grotendeels terugbetaald zal worden door de ziekteverzekering. Het andere vaccin (Cervarix) is pas sinds 1 oktober op de markt.

Uit de KCE studie blijkt dat zowel de doeltreffendheid als de kosteneffectiviteit van HPV vaccinatie sterk afhankelijk zijn van een aantal voorwaarden. Het vaccin beschermt niet tegen alle HPV soorten die baarmoederhalskanker veroorzaken. Hoe groot het deel vermeden baarmoederhalskankers juist is, is onbekend. Wel weten we dat er na vaccinatie van nog niet besmette vrouwen slechts 46% minder letsels aan de baarmoederhals die behandeling vereisen vastgesteld werden. Screening voor baarmoederhalskanker blijft dus heel belangrijk. Een daling in screeningsdeelname kan het vaccinatievoordeel volledig teniet doen.

Een tweede voorwaarde is dat de vaccinatie moet gebeuren voordat de vrouw met het seksueel overdraagbare HPV wordt besmet. Bij vrouwen die reeds besmet zijn met HPV heeft vaccinatie geen effect. Dit wil zeggen dat HPV vaccinatie het best gebeurt voor het eerste seksueel contact.

Een derde voorwaarde is dat het vaccin voldoende lang bescherming moet bieden. De bescherming is aangetoond tot 5 jaar na vaccinatie maar gegevens op langere termijn zijn er nog niet. Bij levenslange bescherming door het vaccin zouden de helft van de baarmoederhalskankers op termijn voorkomen kunnen worden en de kost per gewonnen ‘levensjaar met kwaliteit’ zou dan 14 000 euro bedragen. Als de beschermingsduur beperkt zou zijn voorspelt het KCE slechts een daling van 20 % van het aantal gevallen van baarmoederhalskanker, zelfs met een herhalingsvaccinatie na 10 jaar. In dit geval kosten de verwachte gezondheidsvoordelen 33 000 euro.

Het budget voor een veralgemeend HPV vaccinatie programma voor alle 12 jarige meisjes werd door het KCE berekend op 24 miljoen Euro per jaar. Een deel van dit bedrag kan gerecupereerd worden door het beter organiseren van de screening van baarmoederhalskanker, die ongeveer 50 miljoen euro per jaar kost. Het KCE pleit voor één centraal register voor screening en vaccinatie, gekoppeld aan de gegevens van het kankerregister.
Interessante links:
17 okt 2007 09u32
meer over
zie ook rubriek