Eén op twintig raakt niet spontaan zwanger

Van het aantal vrouwen dat vorig jaar beviel, raakte één op twintig zwanger na een behandeling voor onvruchtbaarheid. Dat leidde in 10 procent van de gevallen tot een meerling, drie keer meer dan bij vrouwen die op spontane wijze zwanger werden.

De cijfers zijn afkomstig van het jaarverslag van het Studiecentrum voor Perinatale Epidemiologie.

Het aantal vruchtbaarheidsbehandelingen is gestaag omhoog gegaan. In 2007 bedroeg het cijfer al 5 procent van het aantal zwangerschappen, waar dat in 2002 nog maar 3,9 procent was.

De populairste behandeling is een hormoonstimulatie van de eierstokken. Die methode wordt toegepast bij 40 procent van de vrouwen die problemen hebben om zwanger te raken. In 36 procent van de gevallen wordt overgegaan tot een in vitro bevruchting, terwijl 24 procent een Intra Cytoplasmatische sperma Injectie (ICSI) ondergaat. Die laatste behandeling is een variant op de in vitro fertilisatie waarbij de zaadcel rechtstreeks in de eicel wordt geïnjecteerd. Bij de normale in vitro-procedure moeten de zaadcellen op eigen kracht de eicel bereiken.

Bij 353 vrouwen (10,7 procent) leidde de vruchtbaarheidsbehandeling tot een meerling, terwijl bij een spontane bevruchting slechts 3,4 procent van de vrouwen een twee- of drieling krijgen.

Van het totale aantal drielingen dat vorig jaar werd geboren, was zelfs de helft het resultaat van een artificiële bevruchting.

Uit het jaarverslag blijkt verder dat de inductie van de arbeid ook in 2007 is gedaald. In 2007 was in 25,6 procent van de gevallen een inleiding nodig, tegenover 30,7 procent in 2001. Ook het aantal episiotomieën (insnijdingen van de vulva) daalde van 68,2 procent in 2001 tot 57,8 procent in 2007.
17 jul 2008 11u19
zie ook rubriek