Peter Degadt: “niet goed te keuren”

Dat zoveel artsen onder druk worden gezet, verwondert me niet. Fundamenteel valt dit niet goed te keuren. Ik bepleit echter vooral een beter systeem waarin niet het aantal prestaties maar de kwaliteit en EBM centraal staan.
Peter Degadt is gedelegeerd bestuurder van Zorgnet Vlaanderen dat de Vlaams-Christelijke zorgvoorzieningen groepeert. Hij noemt de enquêteresultaten uit de Specialisten/les Spécialistes ‘zeer interessant en zeer relevant’.

Vooreerst verwijst Degadt naar de structurele onderfinanciering van de ziekenhuizen. “Een tijdlang ging het wat beter maar nu is het tekort door het gebrek aan middelen voor de sociale akkoorden toch weer gestegen naar circa 400 miljoen. Dat creëert vanzelf problemen. Een ziekenhuis heeft dan drie keuzes. Eerste mogelijkheid is personeel afdanken. Gezien de zorg altijd maar zwaarder wordt, is dat geen optie. Daarnaast kan men ook een hogere bijdrage aan de patiënt vragen. Dat is een moeilijke keuze met veel beperkingen. Sociaal is het niet. Derde mogelijkheid is de toepassing van artikel 140 van de ziekenhuiswet. Dat wil zeggen dat aan de artsen' style='color:#00896e;border-bottom:1px dotted #00896e;'>artsen via de Medische Raad een hogere bijdrage wordt gevraagd. Geen van de drie opties is een goede oplossing: het biedt geen aanpak ten gronde.”

Gezonde oefening
En dus zetten directies artsen onder druk. Degadt in de Specialisten/les Spécialistes: “Zeer uitzonderlijk gebeurt het dat men dokters individueel benadert en ze aanspoort om meer te presteren. Dat is absoluut niet kunnen.” Jaarlijks evalueren de meeste ziekenhuizen de financiële stand van zaken op elke dienst. Degadt: “Men stelt dan samen met de hoofdgeneesheer vast dat het aantal pathologieën, bevallingen, ingrepen enz. toeneemt of vermindert. Het is belangrijk dat dit een gezonde oefening blijft. Het mag door de artsen niet ervaren worden als een vorm van druk om het aantal prestaties op te drijven. Al geef ik toe dat het zo kan overkomen.”

Voor de topman van Zorgnet Vlaanderen moet kwalitatief goede zorg centraal staan, niet de productie. “Vandaar dat we er ook voorstander van zijn om ziekenhuizen te accrediteren. Bovendien moeten we het financieringssysteem eens fris bekijken.”

Franstalig België
Franstalige artsen worden vaker onder druk gezet. Om het verschil te duiden, verwijst Peter Degadt naar de hogere afdrachten van erelonen in Franstalig België. “Het is bewezen dat de Waalse specialisten met minder naar huis gaan dan hun Vlaamse collegae. Hun inkomen ligt lager en dus is de druk om prestaties op te drijven nog groter.” Volgens Degadt hebben Waalse ziekenhuizen ook hogere structurele kosten. “Het zijn openbare instellingen, daardoor hebben personeelsleden wat meer vakantie, wat hogere pensioenen enz. Vele ziekenhuizen zijn er nog intercommunales en ocmw’s. Terwijl de meeste Vlaamse openbare en private ziekenhuizen nu verzelfstandigd zijn.”

Case-mix
Toch –en dat geldt uiteraard ook voor Vlaanderen- zijn artsen en directies in zekere zin ‘objectieve bondgenoten’, meent Degadt in de Specialisten/les Spécialistes. “We werken in een systeem van prestatiegeneeskunde. Meer diagnostische tests, meer bloedproeven enz. verminderen het ziekenhuisdeficit maar ook de arts wordt er beter van. Dat is niet houdbaar, zo krijgen we de kosten in de klinische biologie, de beeldvorming enz. nooit onder controle. Het systeem is pervers en moet veranderen. Ik ben voorstander,” vervolgt Degadt, “van een gemiddeld bedrag voor bv. diagnostica per pathologiegroep (DRG). Dit eventueel in combinatie met een variabel deel. Binnen dat budget kan men goede geneeskunde brengen. In een systeem met een case-mix heeft het aantal prestaties geen belang meer én het heeft het ook geen zin meer om medische apparatuur te programmeren. Men kan de ziekenhuizen daarin dan vrij laten.”
01 jun 2010 09u03
zie ook rubriek